Quantcast
Channel: leensteen » black flag
Viewing all 15 articles
Browse latest View live

album reviews

$
0
0

I review classic albums for The Rebel Review here are the fist five reviews. They are both in English and Dutch

Bad Brains – rock for light (1983)

This album is the absolute summit of early eighties hardcore-punk. A tape called the Omega sessions, which featured a lot of the songs that are on this album also, circulated through the American and European punk-scenes for almost three years before this album was finally released.

Rock for Light was produced by Ric Ocasek of the Cars, which was a strange choice to say the least. The production of Rock For Light is pretty clean and the sound of the guitar is not heavy enough. But the sheer quality of the songs and the way Bad Brains play them makes you forget about that. From opening song ‘coptic times’ until closing song ‘at the movies’ you’ll be jumping around your room for the duration of the album.

Bad Brains was not a typical hardcore act in the predominantly white punk-scene. They were a black band from Washington DC and besides punk-rock they also produced reggae tunes. There are 3 reggae songs on this album, and they are not the best of songs on the record either. Nevertheless these songs are an important contribution to the album because they serve as a  required pause in between the raging hardcore of the other songs on rock for light. Live these songs were also really welcome for the band as well as the audience to catch their breath and avoid exhaustion and overheating.

This album marked the start of a race for being the fastest band on the scene. Several bands broke Bad Brains’ record later on but no band ever was as fast and tight at the same time as Bad Brains was.

Musically Bad Brains was miles ahead of any competition, no band was as fast, as tight or as furious as these 4 guys from DC.

Dit album was en is het absolute hoogtepunt van de golf van hardcorepunk uit begin jaren tachtig. Een tape (the Omega sessions) waar veel dezelfde nummers die ook op Rock for Light stonden circuleerde al 3 jaar bijna wereldwijd door de punkscenes in zowel de USA als Europa. Rock for Light werd geproduceerd door Ric Ocasek van the Cars en dat is altijd een omstreden keuze gebleven. De plaat is inderdaad tamelijk clean geproduceerd en het gitaargeluid is op zijn zachtst gezegd niet bepaald heavy. Toch wordt dat ruimschoots goedgemaakt door de meer dan voortreffelijke nummers en door de manier waarop deze nummers gebracht worden. Vanaf opener Coptic times tot afsluiter At the Movies stuiter je gegarandeerd het complete halfuur dat deze plaat duurt door je kamer.

Bad Brains was een vreemde eend in de bijt van over het algemeen toch zeer blanke punkgenre. Bad Brains was een zwarte band afkomstig uit Washington DC, en Bad Brains maakte naast punk ook reggae. Er staan 3 reggae songs op dit album en dat zijn niet bepaalde de beste tracks van het album. Toch vervulden deze reggae intermezzo’s een belangrijke taak doordat ze af en toe een rustpunt in de kolkende razernij van het album brengen. Ook live waren de reggae nummers van Bad Brains een welkome afwisseling omdat dat zorgde dat zowel de band als het publiek niet oververhit en oververmoeid raakte.

Deze LP was het begin van een soort wapenwedloop onder punk/hardcore bands en in deze wedloop ging het over wie de snelste was. Het snelheidsrecord van deze LP is door verschillende bands gebroken (MDC, DRI) maar strakker is het op deze snelheid nooit gedaan.

Muzikaal stond Bad Brains met kop een schouder boven alle concurrentie. Er was geen band die zo snel speelde, zo strak was en zo vreselijk veel power uitstraalde als deze 4 jongens uit DC.

Black Flag – Damaged

The sound of this record totally stands apart from most early punkrock. Black Flag boldly departed from the mainstream rock productions most punk records in the late seventies/early eighties still wore. You have to get used to the wall of sound which is muddy to say the least. It requires a lot of listening before it starts to make sense. But when it does you get hooked. The guitar sound on this record was something totally new. There’s two guitars on the record but they are merged as one and that makes the sound so dirty. The voice of Henry Rollins is of a same kind of quality and adds to the grinding sound.

Hell; this band wasn’t afraid of anything. They were not really political but they lashed out against anything that stood in the way of total freedom; cops, media, teachers and psychiatrists; it’s a total rejection of everything our system stands for. The first issue of the record was produced by Black Flag’s own SST label in cooperation with Unicorn records which was a sublabel of a major (I believe it was Universal but I’m not sure). The reason the band did this was they wanted to use the distribution network of this major, it would get the record available world wide. But at the very last minute Unicorn refused to release the record. The Unicorn executive manager said “as a parent: I found it an anti-parent record”; a quote that was printed on the sticker the band had to put on the record to obscure the unicorn label printed on the sleeve. Somehow they managed to get the record distributed through other channels though. This Black Flag album marked the breakthrough of hardcore punk in Europe. Damaged sure drew attention back in the early eighties, and from there on thousands of European kids started looking for more American Hardcore, embraced the genre and started making their own blend of this faster kind of punk. (I still hate it that gabber is called hardcore too. It’s confusing: come up with new names for new genres, don’t steal an old one, have some sense of history).

Het geluid van deze plaat is totaal anders dan dat van de meeste vroege punk releases. Black Flag nam afstand van de over het algemeen toch tamelijk mainstream klinkende producties uit de late jaren zeventig/begin jaren tachtig. Het was even wennen aan de modderige geluidsmuur die Damaged optrok. En je hebt waarschijnlijk behoorlijk wat luisterbeurten nodig voordat de puzzelstukken op de juiste plaats vallen. De twee gitaristen op dit album spelen op de solo’s na exact dezelfde partijen en door de productie geheel met elkaar verweven of beter gezegd in elkaar gemixed. Dit zorgt voor een extra smerige sound. De stem van Henry Rollins is ook al zo gruizig en versterkt dit effect nog eens.

Deze band ging geen enkel conflict uit de weg. Black Flag was niet echt politiek geëngageerd maar haalde wel uit naar alles en iedereen die in de weg stond van de totale vrijheid, politie, de media, leraren en psychiaters etc. Deze plaat is een totale verwerping van alles waar het systeem voor staat.

De eerste uitgave van deze LP werd op de markt gebracht door het eigen label van Black Flag; SST records in samenwerking met Unicorn dat naar ik me weet te herinneren een sublabel was van Universal. De reden dat de band deze samenwerking aanging was om gebruik te kunnen maken van het wereldwijde distributiesysteem waartoe Unicorn toegang had. Maar op het allerlaatste moment besloot Unicorn de plaat toch niet uit te brengen. De directeur van Unicorn noemde Damaged “an anti parent record”. Deze quote werd op de sticker geprint waarmee SST het Unicorn logo op de eerste persing van de LP moest afplakken. Op een of andere manier lukte het Black Flag alsnog om de plaat wereldwijd gedistribueerd te krijgen waardoor dit album de doorbraak van hardcore in Europa zou gaan betekenen. Damaged trok behoorlijk wat aandacht hier in Europa en vanaf dat moment begonnen duizenden Europese punks te zoeken naar meer Amerikaanse hardcorepunk en begonnen zelf deze snellere vorm van punk te spelen.

Ik haat het overigens nog steeds dat Gabber ook onder de naam hardcore op de markt gebracht wordt. Waarom die verwarring. Verzin een nieuwe naam voor nieuwe genres in plaats van ze van oudere stijlen te jatten. Heb wat respect voor je geschiedenis…

Kraftwerk – radioactivity

Kraftwerk is without a doubt one of the most influential pioneers in electronic music. Kraftwerk is still completely relevant compared to and other electronic groups/artist like Jean Michel Jarre and Tuxedomoon that emerged in the seventies, which are not relevant at all anymore. Kraftwerk is time and time again (re)discovered by new generations of artists in electronic music. Though I must add that the newer works of Kraftwerk lack that relevance since Kraftwerk; live the band is still pleasant to hear but it became more of a follower as time passed.

Kraftwerk has a huge oeuvre and their catalogue contains classic albums like Autobahn, Trans Europe Express and the Man machine but personally I like Radioactivity best. That’s because this record is the darkest and most doomy of the 4. Radioactivity only refers to cancerous radiation in the opening song; the record is for the main part about the lost art of listening to the radio. The dark mood doesn’t come from the lyrics but more from the cold way they are sang.

Kraftwerk may be electronic music but it stand very far apart from the later Dance orientated genres; this is an album to listen to; especially late at night with the headphones on safe in your bed.

Kraftwerk is zonder twijfel een van de belangrijkste pioniers in de elektronische muziek. Het grote verschil tussen Kraftwerk en andere destijds bekende elektronische artiesten als Jean Michel Jarre en Tuxedomoon is dat Kraftwerk in tegenstelling tot genoemde groepen nog altijd meer dan relevant is en keer op keer door volgende generaties ontdekt wordt. Nu is het nieuwere werk van de groep een stuk minder relevant al is het live nog altijd leuk om te zien.

Het oeuvre van Kraftwerk is natuurlijk enorm en de Kraftwerk catalogus bevat meerdere legendarische albums als Autobahn, Trans Europe Express en the Man Machine maar persoonlijk vind ik Radioactivity de tofste van het stel. Vooral omdat de plaat zo lekker donker en doomy is. Radioactivity refereert op deze plaat eigenlijk alleen in het openingsnummer naar de kankerverwekkende betekenis. De plaat gaat vooral over de tegenwoordig een beetje vergeten kunst van naar de radio luisteren. Die donkere sfeer wordt niet door de teksten op dit album veroorzaakt, maar vooral door de meer dan onderkoelde manier waarop ze gezongen worden.

Kraftwerk mag dan een voorloper in de elektronika zijn, deze plaat staat ver van even welk dancegenre af; dit is een puur luisteralbum. Vooral voor laat in de nacht, bedje in, koptelefoon op en off into space….

Joy Division – unknown pleasures

This is an album impossible to avoid. If you are into Indie, Goth, any kind of wave or even dance there’s no excuse not to know this record. This is signature stuff that by now has defined several generations. Each of those generations discovers (new) meaning in the music of Joy Division. Countless lyricists have tried and failed to even come close to the sheer poetry Joy Divisions’ singer Ian Curtis wrote; these lyrics are strong visuals on the edge of melodrama but never over it. The more you hear and read them the more meaning they obtain. There’s no way anyone can write words like Curtis did without truly experiencing the emotions that he’s portraying. And that’s where the copy cats fail. Curtis’s lyrics take you back to the dreary setting of North England in the late seventies; a land in crisis, a land without hope and future prospects for its youth, they also take you within the mind of both an excellent observer and one who experiences real pain and despair.

A million composers have tried and failed to write music that is as gripping and yet simple, thousands of producers have tried to put a mark on records the way producer Martin Hannett did on this one and failed miserably. Martin Hannett was a strange character and a junkie who would experiment with his recordings night after night while on smack. He added all the weird sounds. Listen to ‘disorder’ with the strange whoo-whoop that boldly passes through the music. The band first thought the added sounds were an insult to their music but it was Factory records owner Tony Wilson who convinced them Hannett wasn’t fooling around. The sounds were alienating and made even the most critical listener wonder and play the record over and over to find out what in the hell made them want to experience this nightmarish music again and again. And as it does with most real good records; the more one listens to it the more you want to listen again and again. This record is over 30 years old but I still enjoy listening to it. Compare that to all those new school indie-rock records that last for about one month before loosing their flavour and you will distinguish a classic album from the fluff of most records made today.

Joy Division – closer

This album was released when I was at the tender age of 16. A friend of mine lend it to me saying this record was by far the most depressing album he ever heard. And he was right; this was a record that would creep under my skin and haunt me for the rest of my days, be it in a good way. The fact the singer on this record committed suicide (Closer was released after the death of Ian Curtis) made it even more eerie; these musicians weren’t fooling around, this was no fad devised to sell albums. This was the real thing; harsh, unpolished emotions thrown into your face without any mercy. Whenever you are down you should play this record and your worries will fade. It won’t cheer you up but it will show you things could be so much worse. This music forces you towards introspection. Somehow that always makes me feel better though it might drive others out of a window…

Compared to Unknown Pleasures; the first Joy Division record, Closer is a bit more introvert and lyrically even darker. Ian Curtis most haunted lyric is on this album. It’s called Passover and is an omen of things to come: This is the crisis I knew had to come, destroying the balance I’d kept, doubting and settling and turning around, wondering what will come next…

Ian Curtis’s suicide also made Joy Division mythical. Few people ever witnessed a Joy Division concert for the band only toured for three years and did a small European tour only once. After Ian’s death the remaining members formed New Order and became one of the biggest selling English bands of the eighties. I think the Joy Division legacy alone would have propelled that band into the hemisphere even if their music would have sucked. And rightly so…



Ghost in the machine

$
0
0

Zoals veel van mijn vrienden en kennissen draai ik mijn muziek al een paar jaar bijna alleen muziek via de computer. Ik heb nooit warme gevoelens over CD’s gehad. Cd’s zijn allereerst standaard té lang. Ik heb zelden het geduld om een uur of meer naar een en dezelfde groep of artiest te luisteren. Misschien omdat ik ben opgegroeid met plaatkanten die niet langer dan ongeveer 20 minuten duurden.  Ik vraag me nog steeds af of muzikanten blij moeten zijn met de twee maal zo lange ruimte die een CD ten opzichtte van een LP biedt. CD’s worden veel te vaak vol gepleurd met overbodige versies van nummers die al eerder op dezelfde cd voorbij kwamen. Nóg erger is als een artiest ook songs die duidelijk een stuk minder goed zijn dan de rest van het album toch op een CD plaatsen. Hier hebben de marketing jongens waarschijnlijk een veel grote vinger in de pap;  hoe meer muziek hoe meer de CD waard is denken die. Dat kwaliteit bij de meeste muziekliefhebbers ver voor kwantiteit komt is niet aan deze mensen besteed. CD’s zijn kortom eigenlijk alleen goed voor verzameld werk en best off albums; die kunnen niet lang genoeg zijn.

Ook mis ik het dat je een CD niet zoals een plaat moet omdraaien om de tweede helft te horen. Ik draaide vroeger vaak een hele tijd maar één kant van een plaat. Meestal bleef er na de eerste luisterbeurt een liedje op een van beide zijden van de LP in mijn hoofd hangen en draaide ik de bewuste kant eerst bijna grijs voordat ik de andere kant min of meer herontdekte. Het genoegen om op drie tot zes bijna nooit geluisterde tracks van een favoriete LP te kunnen gaan kauwen was altijd groot. Ik deed in die periode ook altijd lang met LP’s. Soms draaide ik een paar weken lang één LP bijna dagelijks al was het nooit exclusief die ene LP. Ik moest wel wat afwisseling krijgen. Dat heb ik met CD’s maar zelden gedaan.

Ook typisch was dat het meestal juist de LP’s waren waar je niet meteen bij de eerste luisterbeurt iets in hoorde waar je wat mee kon; waar een nummer op stond dat je meteen vaker wilde horen. Dat soort platen waren ook het eerst uitgewerkt. Het waren juist de platen waar je goed op moest kauwen voor je ze kon slikken en verteren die het langst meegingen. Dat zijn niet geheel toevallig ook de platen die ik nu nog steeds draai: De eerste drie LP’s van Butthole Surfers, (met een lichte voorkeur voor psychic, powerless; another man’s sack) , de eerste twee van The Birthdayparty, ‘in the flat fields’ van Bauhaus, Damaged van Black Flag, de eerste drie Dead Kennedys albums, ( ik tel ‘In God We Trust’, wat een EP was, gewoon mee), Rock for light van Bad Brains (ondanks de flutproductie van Ric Occasek) en Base Culture van Linton Kwesi Johnson, om er een paar te noemen.

Maar toen nam de CD het als nieuw muziekformaat over.

De eerste eigenschap waar ik echt van baalde was de afmetingen van de CD en zijn verpakking. Weg waren de prachtige LP hoezen. Het artwork van een LP staat in vergelijking met dat van een CD in verhouding van een schilderij tot een polaroid. Weg waren ook de grote mooie tekstvellen. Ik haat CD boekjes echt hartgrondig; domweg omdat er teveel informatie op een te klein formaat op staat. Wanneer een artiest al zijn teksten en nog wat extra foto’s en/of info erin kwijt wil wordt het boekje zo dik dat je het niet zonder het te beschadigen terug in de jewelcase kan stoppen. Priegelletters lezen is daarbij geen sinecure en uitermate vervelend. Jewelcases zijn ook nog te breekbaar, liggen niet lekker in de hand, en na drie maanden hebben ze zoveel stof aangetrokken dat ze domweg te vies worden om vast te pakken. Digipacks zijn iets beter maar ook die hebben de vervelende neiging om tandjes uit de houder te verliezen waardoor de CD te pas en te onpas uit de verpakking valt.

Ook de mythe dat een CD bijna niet te beschadigen was werd al snel doorgeprikt. Een kras op een LP is vervelend, maar er is meestal nog wel wat aan te doen. Een tik hier en daar heeft zelfs soms wel zijn charme. Maar een beschadigde CD blijft gewoon altijd hangen en je kan de laser niet zoals een naald even wat verder zetten.

Het was dikke droefenis totdat de computer met I-tunes werd uitgerust en op de installatie werd aangesloten. Computer speakers gaan er niet mee door maar mijn goede ouwe JBL speakers zorgen dat zelfs het MP3 formaat best te pruimen is.

Nu maakt het me niet meer uit of een CD mindere nummers bevat want ik draai muziek tegenwoordig bijna altijd in de random-mode en krijg zodoende nieuwe muziek in kleine porties toegediend. Slechte nummers verwijder ik gewoon; vaak al na één luisterbeurt.

Als ik zin heb om alleen nieuwe muziek te horen klik ik op de ‘onlangs toegevoegd’sectie en hoor ik alleen CD’s die ik de afgelopen weken aan mijn bibliotheek heb toegevoegd. Nummers die me opvallen tag ik met één ster zodat ik ze later gemakkelijk terug kan vinden om ze nogmaals te kunnen beluisteren. Mijn favoriete nummers tag ik met meer dan één ster. En ik kan tot vijf sterren gaan!

Maar nu komt het; het valt me de laatste tijd steeds vaker op dat I-tunes de vreemde neiging heeft om in de random-mode precies die muziek te kiezen waar ik voor in de stemming ben. Eerst dacht ik dat het iets te maken had met het nummer dat ik uit moet kiezen om de luistersessie mee te starten. Maar dat klopt toch niet want de computer kiest óók muziek die ik persé niet op dat moment uit zou kiezen. Ik ken van die momenten dat ik me té verliefd, bedroefd, of anderszins week voel en geen behoefte heb aan muziek dat die stemming verergert. I tunes denkt daar echter anders over en kiest op die momenten juist voor de zoetsappige liefdesliedjes, de gebroken harten ballades en de diepzinnige songs die de donkere kant van het bestaan belichten. Het maakt niet uit hoe vaak ik tussentijds een keihard punknummer uitkies; op dat soort momenten verkiest de computer steevast het muziekje dat bij mijn stemming hoort en niet iets dat een stemming moet verjagen. Soms is het gewoon bijna griezelig hoe accuraat de computer kiest. Gisteren nog; ik begin met I fought the law and I won van Dead Kennedys, maar de computer kiest daarna voor ‘Je taime moi non plus’ van Gainsbourg. Dat ging echt te ver. Ik zette hem dus op Dayglo Abortions met ‘Aargh fuck kill’. De volgende keuze van de computer was Einsturzende Neubauten met Jet’m; een nummer met een melodielijn die erg veel op dat Gainsbourg nummer lijkt. En ook nog een nummer waarin me nooit eerder opgevallen was dat de keyboard lijn precies dezelfde is als die van Je Tá ime moi non plus… aaarggh.

Natuurlijk weet ik wel dat het allemaal een illusie is en het toeval gewoon toeslaat, maar toch…


Ghost in the machine (English version)

$
0
0

Nowadays, like most of my friends and acquaintances, I almost exclusively play music on my computer. I do play old records from time to time but mostly music I haven’t been able to find in a digital format; most of these records are obscure punk albums. Limited issues that somehow, very often totally undeserved, were forgotten and never reissued on CD.

I never cared for CD’s. First of all most new albums on CD are too long to survive my attention span. I rarely have enough patience to sit and listen to the same artist for over an hour. As soon as I hear a song on an album that isn’t just as good or better than the ones I heard earlier, the CD gets ejected. Maybe it’s because I grew up with records that contained no more than 20 to 25 minutes of music on either side. I still wonder if musicians are pleased with the extra play time CD’s provide. I think not, judging the endless row of bad or redundant songs that appear on albums today. To me it’s just another sign the marketing departments of record companies have gained too much power over producers and artists. More music for your buck instead of more quality. That’s definitely a good example of how bad marketing is ruining the music industry. Long length CD’s are OK for compilation albums or ‘best of albums’ of artists who had a career with a live span of over three decades. As far as I’m concerned 45 minutes will absolutely do for any new album.

Another thing that was so nice with vinyl was the two sides of the record. I tended to play one side for the first couple of weeks/months before I started to devour the second side. It was an absolute pleasure to start to digest 3 to 6 more songs of a really good album.

Typically a real good record didn’t catch on instantly. Records that digested easily were also the ones first discarded. (Been there, done that, heard it, had enough.) It’s the records that needed a lot of chewing, before the flavour caught on, that ultimately survived. And I don’t compare listening to music with eating for no reason.

Not surprisingly the records I still play today took a long time to catch on, but after they did they stayed with me forever. Butthole Surfers, first three albums (especially ‘psychic, powerless; another man’s sack’) , The first two The Birthday party albums, ‘In the flat fields’ by Bauhaus, Damaged by Black Flag, Dead Kennedys first three albums, ( including  ‘In God We Trust’, which was an EP but still counts as an album to me), Rock for light by Bad Brains (regardless of the shitty production by Ric Occasek) and Base Culture by UK reggae artist Linton Kwesi Johnson, just to name a few.

LP’s kept their flavor a very long time. Of course that comes with the territory when you’re young and more easily impressed, but I still play a lot of those records regularly. I never play CD’s anymore… Like most people who grew up with LP’s I hate the small artwork of CD’s, jewel cases and CD booklets. CD’s being indestructible soon proved a marketing myth. CD’s were the ritual suicide of the record industry.

Digital music was a sad business until programs like I-tunes made listening to music on the computer like listening to an extended radio show with a DJ that doesn’t chat and exclusively plays good songs. Off course one needs to hook up the computer to the old stereo so one can enjoy listening through a good set of speakers since most speakers for computers just won’t do, but that’s obvious.

Now I don’t care about the lesser songs on CD’s; I delete them. Now I don’t care about the length of CD’s since I only play music on random mode, so I hear albums song by song. When I want to hear new music I choose the recently added section of my I-tunes.

I tag songs that catch my attention with one star and tag my favourite songs with two to five stars. It’s silly, but I love doing that.

In case you’re wondering; I don’t buy CD’s; I rent them at the music library or I download them. That keeps my house tidy and clearly arranged.

But now I finally get to my point: recently it started to occur to me that my computer has a strange tendency to choose songs that go with my mood almost perfectly. Note that my I-tunes library has almost all genres of music from classical music to jazz and soul to new wave, punk rock and extreme death/black metal.

At first it seemed the computer choose music depending on the song I chose to start with. But that’s not the case since it tends to choose songs I definitely would not have chosen because of certain moods I’m in. I’m talking about moods I don’t want to emphasize at a particular moments. I need to work and not get distracted by my mood too much. I know times when I’m just too much in love to hear certain love songs, but the computer plays them one after the other. Resulting in a mushy me. Crying over, you know; the little things. It doesn’t matter if I choose Slayer as the starting song; the next one the computer chooses will be a crooner. It really seems the computer is teasing me with my mood and makes me experience the emotions I tend to put aside.

Only yesterday I started with ‘I fought the law and I won’ by Dead Kennedys; next choice by the computer: ‘Je taime moi non plus’ by Gainsbourg. That was too much to handle so I changed it into Dayglo Abortions with ‘Aargh fuck kill’. But the next song that came on was by Einsturzende Neubauten: Jet’m; a song with a melody that strangely resembles the Gainsbourg song I just discarded, it holds almost the same keyboard line. Aaargh.

So I switched to a another play mode. The computer could choose punk rock only. So it started playing a lot of Buzzcocks, Descendents and more punk love songs. Songs that are rare in the genre but it choose them all. It’s a bit scary and it’s probably an illusion, but still…


Black Flag in Paradiso (12 feb 1983) Deel 1

$
0
0

In 1983 heb ik optredens gezien van drie van de meest legendarische punk/hardcore bands aller tijden: Black Flag, Bad Brains en M.D.C. Deze drie concerten waren zonder enige twijfel de hoogtepunten in mijn leven als bezoeker van optredens. Nu kom je gemakkelijker onder de indruk van een uitvoering als je nog jong bent, maar bij deze optredens gebeurde er meer dan een band die een goede, gepassioneerde set speelde. Er was een onmiskenbaar een soort magie aanwezig.  Een magie die de bezoekers van deze optredens verleidde tot gedrag dat verder ging dan bewondering voor rocksterren, verder dan vooraan bij het podium los gaan in de pit. Bij deze optredens heb ik mensen gezien die terug keerden naar een soort oerdrift. Mensen in al hun glorie en tegelijk in al hun lelijkheid. Mensen die al hun demonen op de andere aanwezigen, maar ook op zichzelf, los lieten. En ik voelde die drift zelf ook; een bijna onbeschrijfelijke opwinding die een kracht opriep die maakte dat je het een uur of langer in de slampit volhield om op andere lichamen in te beuken, die je aanzette op speakertorens te klimmen en je met doodsverachting in de massa te storten. Die je mee deed brullen en als je de tekst van bepaalde nummers niet kende oerkreten deed slaken totdat je stem kapot was. Een kracht die zorgde dat alle lichamelijke en geestelijke pijn tijdelijk vergeten werd. Tot de volgende morgen natuurlijk, want dan voelde je de blauwe plekken, kneuzingen, missende tanden en gebroken botten wel degelijk. Maar ook op zo’n moment kon je niet anders dan je levend voelen. Levend op een manier waar al die miljarden, voorzichtig door het leven manoeuvrerende, squares  niet eens aan durfden denken.

Black Flag in Paradiso

Ik kocht ‘damaged’; de eerste LP van Black Flag voor de meer dan schandalige prijs van 35 gulden bij Boudisque in Amsterdam nadat ik de recensie van Swie Tio in Muziekrant Oor had gelezen. De LP was alleen als import te koop, vandaar de hoge prijs.  Tegenwoordig staat deze LP voor meer dan 600 dolllar te koop op E-bay want het was een exemplaar uit de eerste persing. (Een LP extra vierge… ) De sticker die het Unicorn logo bedekte met de woorden “as a parent, I found it an Anti Parent record” zat erop. Black Flag had bij Unicorn getekend omdat ze daardoor een wereldwijde distributiedeal konden krijgen, maar Unicorn trok zich terug nadat de plaat al geperst was. Je kan daarover op de Wiki van Black Flag lezen. De sticker was het bewijs dat je een exemplaar uit de eerste persing te pakken had.

Damaged was geen gemakkelijke plaat. De productie was gruizig en het kostte me een behoorlijk aantal luisterbeurten voordat ik deze LP op waarde begon te schatten. Maar toen de muziek eenmaal binnen kwam was er geen houden meer aan en draaide ik wekenlang bijna niets anders.

Tegen de tijd dat  Black Flag voor het eerst door Europa tourde was Damaged ook door het Nederlandse Roadrunner-records uitgebracht en had bijna iedereen de LP of een kopie ervan op cassette in huis. De Roadrunner versie was anders gemastered en klonk wat helderder, maar elke keer dat ik de LP bij anderen hoorde mistte ik de originele, veel heftigere, productie en lachte in mijn vuistje. De versie van Roadrunner bevatte een extra nummer: een cover van Louie Louie, origineel van the Pharao’s, al  kwam ik daar pas jaren later achter. Ik had Louie Louie dus niet, maar ondanks dat sommige vrienden het grappig vonden om me daarmee te plagen was ik nog altijd blij met mijn versie van Damaged.  Henry Rollins had de tekst van Louie Louie aangepast met de geniale zinnen: Who needs love when you got a gun. Who needs love to have any fun. Zinnen die je helpen over hartepijn heen te komen. Rollins zou er zo nog honderden schrijven en uiteindelijk met zijn eigen Rollins band het beste nummer over afwijzing door geliefden uitbrengen: You didn’t need to do that to me.

Op het centraal station in Rotterdam kwam ik een boel bekenden tegen die ook naar Black Flag gingen.  De reis verliep rustig. Wij punkers hadden een heel treinstel voor onszelf. Alle andere passagiers meden ons en als ze dat niet uit zichzelf deden werden ze binnen een paar minuten weggekeken. De gevallen die de boodschap niet snel genoeg begrepen werden met wat licht verbaal geweld duidelijk gemaakt dat het vandaag beter was om in een ander compartiment te gaan zitten en niet in onze afdeling aapjes te blijven kijken. Er gingen wat flessen sterke drank en joints rond en sommigen legden een lijntje speed op een sleutel. De conducteur sloeg ons wijselijk over. De helft van de punkers had niet de moeite genomen een kaartje te kopen, wetende dat conducteurs de confrontatie met een grote groep punks liever uit de weg gingen. Er waren af en toe wel van die dienstkloppers die de spoorwegpolitie erbij gingen halen, maar dat veroorzaakte enorme opstoppingen op het spoor en dat woog niet op tegen een paar boetes.

In die tijd waren de mogelijkheden om voor dit soort optredens kaarten in de voorverkoop te krijgen beperkt dus was het zaak ruimschoots voor de opening van kassa van Paradiso aanwezig te zijn. De zaal ging om 9 uur open en het eerste voorprogramma zou rond 10 uur beginnen.  We hadden nog nooit van die eerste band gehoord, maar het tweede voorprogramma was the Minutemen en die band zouden we nooit meer vergeten. Waarom niet? Omdat ze achteraf fucking béter waren dan Black Flag. En daar doe ik Black Flag niet eens te kort mee want een band die willens en wetens een betere band als voorprogramma mee op tour neemt heeft echt respect, én ballen.

We stonden anderhalf uur later in de rij voor Paradiso. Het was druk genoeg maar het zag ernaar uit dat de zaal nog niet uitverkocht zou zijn voordat we de kassa zouden bereiken. Dat was een zorg minder want niets is lulliger dan een uur in de trein en een half uur door dat kut-Amsterdam te moeten lopen om te ontdekken dat je de deur van de zaal niet gaat halen.  Ik had het optreden van The Dead Kennedys in Paradiso gemist omdat de zaal uitverkocht was voordat ik aan de beurt kwam om een kaartje te kopen. Iets waar ik nu nog steeds van baal.

Zo stonden we voor Paradiso. De sfeer was opgefokt. Niemand had zin om te wachten, want het was februari en koud buiten. Alle aanwezigen probeerden zich zo dicht mogelijk bij de deur op te stellen dus al gauw zaten we klem in het gedrang. Voordeel was dat het wat warmer leek tussen al die lijven maar ik voel me nooit prettig als ik ingesloten sta dus duwde ik net als iedereen tegen de personen die voor stonden aan. Alsof de deuren van Paradiso het vanzelf zouden begeven als we maar hard genoeg bleven duwen. Uiteindelijk drongen er een paar security gasten  via een zijuitgang door de menigte om ons naar achteren te dwingen zodat dat de druk op de deuren minder werd. Het was niet de bedoeling dat zodra de deur zich opende een enorme kluwen punkers de hal in gekatapulteerd zouden worden. Het lukte ze met grof geweld de deur te bereiken en wat ruimte bij de deuren te maken. De menigte zette als op afspraak een paar stappen naar achteren en als reactie begonnen de mensen achteraan natuurlijk juist weer te duwen. Het was als de zee die zich even terugtrekt om een volgende golf te kunnen produceren. Het was niet de eerste  keer dat ik security ongelofelijk domme fouten zag maken. Een massa mensen een onstuitbaar en toen de golf terug kletste pinden ze de kleerkasten tegen de zaaldeuren vast. Die begonnen in paniek op de deur te bonken en in portofoons te schreeuwen. Uiteindelijk ging de deur open en was de eerste ‘pile on’ van deze avond een feit; een kluwen van enige tientallen punkers vloog de hal van Paradiso in. Ergens daaronder lagen de drie uitsmijters. Met moeite werd de orde min of meer hersteld en de massa langs de kassa geleid. Vooraan bij het podium stond het al helemaal vol dus besloten we op het balkon te gaan staan. Dan maar niet de pit in en zo konden we in ieder geval de show goed zien. Het zag er sowieso naar uit dat de pit deze avond niet meest gezonde plek in de zaal zou worden want het was er te druk en de sfeer was veel te agressief. Ik zag op drie verschillende plekken al kleine vechtpartijtjes ontstaan. De rest van de avond was er in de zaal geen security meer te bekennen. Die hadden hun bekomst wel gehad.

Het duurde bijna 20 minuten voordat het eerste rondje bier ons groepje bereikte. Het was te druk bij de bar. Het beloofde een dorstige avond te worden. En ook een warme want de garderobe was dicht. Vol ongeduld stonden we op het begin van de show te wachten terwijl de zaal steeds voller liep. Een van ons wees opeens naar een paar hippies die de zaal binnen kwamen lopen.  Het meisje van het stel zag eruit als een reïncarnatie van Janis Joplin maar dan nog wat dikker. Ze had zo’n typische Janis pet op en was gekleed in jeans die vol bloemetjes geborduurd waren. De mannelijke helft van het stel was precies het tegenovergestelde; lang en griezelig dun, vlassig Zappa baardje en zo’n ronde Lennon zonnebril op zijn haviksneus.  Het waren overduidelijk Duitse hippies; Duitse hippies waren een slag apart. Ik weet niet wat die generatie in dat land precies bezielde, maar blijkbaar was in het Oosten, tien jaar geleden, de tijd stil gezet.

Tegenwoordig mag iemand als Syd Barret dan misschien min of meer gerehabiliteerd zijn door grote groepen alternativo’s; destijds was een hippie een hippie en hoorde hippies bij de vijand. Hippies kenden we allemaal als leraren en sociaal werkers; strontvervelende lui die allemaal op moesten pleuren met hun pies en love. Het hippiedom was mislukt, bejaard en iedereen die dat nu nóg niet door had had een bord voor zijn kop. En deze twee wisten echt van niks. Waarschijnlijk hadden ze een behoorlijke lading rare drugs genomen en ze merkten niet dat de in grote getale aanwezige skinheads hun oog op hen had laten vallen. Een normaal mens voelt bad vibes van de mensen om zich heen, maar deze twee waren volledig de weg kwijt geraakt in hun roze hippie droom. We keken er lachend en vol anticipatie naar, wetend dat het nooit lang kon duren voordat deze droom aan duigen ging. Het werd helemaal hilarisch toen ze beiden in een extatische hippiedans uitbarsten op de reggae die in de zaal werd gedraaid. Op één of andere manier werd er altijd voor en na punkconcerten reggae gedraaid. Men dacht waarschijnlijk dat we daar wat rustiger door zouden worden.

Terwijl die twee zo aan het dansen waren werden ze langzaam omsingeld door een grote groep skinheads. Het verbaasde ons steeds meer dat die domme Duitse walvis en zeeaal niet in de gaten hadden dat ze door een grote groep hongerige haaien werden ingesloten. Ik wilde de drugs van hun keuze wel eens proberen. Waarschijnlijk hadden ze Olifanten-tranquillizers geslikt.

Ik verbaasde me in die tijd regelmatig over de hoge organisatiegraad bij skinheads maar de discipline van deze groep was wel uitzonderlijk hoog. Ze waren met een man of dertig. Gefixeerd op hun prooi bewogen ze langzaam richting de hippies totdat ze op ongeveer 4 meter genaderd waren. Ik zag geen duidelijke leider; niemand die het teken gaf maar als één man doken ze  op het hippie stel dat helemaal in de kluwen skinheads verdween. We rekten ons uit om het schouwspel goed te kunnen volgen maar het was totaal onoverzichtelijk. We zagen de pet van het meisje rondvliegen en daarna nog meer kledingstukken. Later hoorden we dat die skins beide hippies naakt de zaal uitgewerkt hadden.


Black Flag in Paradiso 1983 (Deel 2)

$
0
0

In 1983 heb ik optredens gezien van drie van de meest legendarische punk/hardcore bands aller tijden: Black Flag, Bad Brains en M.D.C. Deze drie concerten waren zonder enige twijfel de hoogtepunten in mijn leven als bezoeker van optredens. Nu kom je gemakkelijker onder de indruk van een uitvoering als je nog jong bent, maar bij deze optredens gebeurde er meer dan een band die een goede, gepassioneerde set speelde. Er was een onmiskenbaar een soort magie aanwezig.  Een magie die de bezoekers van deze optredens verleidde tot gedrag dat verder ging dan bewondering voor rocksterren, verder dan vooraan bij het podium los gaan in de pit. Bij deze optredens heb ik mensen gezien die terug keerden naar een soort oerdrift. Mensen in al hun glorie en tegelijk in al hun lelijkheid. Mensen die al hun demonen op de andere aanwezigen, maar ook op zichzelf, los lieten. En ik voelde die drift zelf ook; een bijna onbeschrijfelijke opwinding die een kracht opriep die maakte dat je het een uur of langer in de slampit volhield om op andere lichamen in te beuken, die je aanzette op speakertorens te klimmen en je met doodsverachting in de massa te storten. Die je mee deed brullen en als je de tekst van bepaalde nummers niet kende oerkreten deed slaken totdat je stem kapot was. Een kracht die zorgde dat alle lichamelijke en geestelijke pijn tijdelijk vergeten werd. Tot de volgende morgen natuurlijk, want dan voelde je de blauwe plekken, kneuzingen, missende tanden en gebroken botten wel degelijk. Maar ook op zo’n moment kon je niet anders dan je levend voelen. Levend op een manier waar al die miljarden, voorzichtig door het leven manoeuvrerende squares  niet eens aan durfden denken.

Black Flag in Paradiso Deel 2

We waren wat verder het balkon van Paradiso opgelopen om een beter uitzicht op het podium te krijgen. Dichterbij het podium betekende verder van de bar, dus niet iedereen van ons groepje ging met ons mee. Bier kon me die avond echter geen moer schelen. Ik wilde deze avond blijven herinneren en ik had sowieso geen geld genoeg bij me om het op een zuipen te zetten, dus dat hielp me bij mijn voornemen te blijven. Al mijn zintuigen stonden op scherp en dat veroorzaakte een natuurlijke high. Ik had genoeg aan de informatie die mijn ogen en oren op mijn brein afvuurden; een eindeloze stroom indrukken.  Je voelde de opwinding  uit elke porie van de bezoekers stromen. Normaal zag je bij optredens altijd mensen die out in een hoekje lagen; stomdronken of te stoned van de  hasj of heroïne. Deze avond was daarop een uitzondering; niemand in de zaal zag er onbewogen uit of speelde de rol van de coole punk die alles al gezien en meegemaakt had. Iedereen was alert en liep met ogen als schoteltjes rond. Natuurlijk stonden veel bezoekers stijf van de speed, maar daar kon het niet alleen aan liggen. Er hing iets in de lucht, iets dat op het punt stond te ontploffen. En de avond was nog niet eens echt begonnen. Dit was zo’n moment waarop je de sterke illusie kreeg dat als de kracht van deze groep mensen in een bepaalde richting geduwd zou worden er morgen een revolutie plaats kon vinden. Een illusie die nooit langer duurde dan het concert, maar toch…

Eindelijk was er beweging op het podium te zien. Een paar roadies checkten de installatie voor de laatste keer en er kwamen vijf man het podium op lopen. Allemaal langharigen. Als op commando verstomde het geroezemoes. Er heerste een paar seconde absolute stilte. De zanger van de band had lange blonde krullen onder een witte baseball cap. Hij liep naar de microfoon en brulde: Amsterdam, are you ready to rock? En dan met zo’n typische hoge metalstem. Het publiek bevroor. Een typische rock riff werd de zaal in geslingerd gevolgd door nog zo’n hoge krijs.

Hoe kwamen die yanks er in godsnaam bij dat we hier bijeen waren om van die kutrock te horen? Voordat het publiek zich wist te herpakken, zag ik dezelfde groep skinheads die die Duitse hippies de zaal uit hadden gezet, richting het podium stormen. Het eerste nummer van de band was net afgelopen toen de skins het podium bereikten en erop klommen. De zanger had zich net naar zijn band omgedraaid, wachtend op de inzet van het tweede nummer, toen er  een skinhead achter hem stond die de microfoonstandaard pakte en het in de richting van zijn hoofd mepte. Ik kon niet zien of hij echt geraakt werd, maar de band begreep de boodschap en ze waren in één tel verdwenen. De skinhead stond triomfantelijk met de standaard in zijn hand en met een microfoon tot zijn beschikking. Hij begon Fuck the USA te scanderen totdat de geluidsman de mic uitschakelde. Het zag er even naar uit dat die skins het podium de rest van de avond zouden blijven bezetten en ik vreesde dat dit zou betekenen dat de rest van de avond afgelast zou worden. Uiteindelijk werden ze met veel praten door de crew van Black Flag, en onder dreiging van de grote meerderheid van het publiek, dat hier toch echt voor Black Flag was gekomen, en niet om een stel kale kankerlijers voor de zoveelste keer het plezier te laten vergallen, met zachte hand van het podium verwijderd. Daarna duurde het nog bijna een half uur voordat The Minutemen opkwamen. Die moesten waarschijnlijk even moed verzamelen.

Ik ging even naar de plee en onderweg kwam ik Kikker tegen. Hij vertelde dat hij backstage was geweest en vertelde me een onwijs verhaal. Die eerste band bestond uit Roadies van Black Flag en ze hadden voordat ze het podium opkwamen allemaal een pruik op gedaan. Het optreden was bedoeld geweest als één grote grap, en dat eerste nummer had expres zo metal geklonken. Je kon het natuurlijk aan de aanwezige skinheads overlaten om de humor ervan niet in te zien, maar deze band liet zien dat ze schijt aan de vooroordelen over de USA hadden. Vooroordelen die destijds nog welig tierden, want op The Dead Kennedys na was hardcore nog totaal onbekend en we moesten het destijds vooral met die tweederangs Oi rommel uit Engeland doen. Dat de eerste punkgolf uit de UK fantastisch was geweest stond buiten kijf. We waren allemaal punk geworden omdat we naar The Sex Pistols, The Clash, 999 en Stiff Litte Fingers luisterden, maar er waren maar weinig van dat soort bands over. The Pistols bestonden niet meer en The Clash waren wel erg commercieel geworden. Hun plaats was ingenomen door bands die het in vergelijking muzikaal en tekstueel meestal niet haalden. Van die afgerukte drie akkoorden punk met semi stoere skinhead geouwehoer als teksten. Allemaal over working class dit en working class dat. Niemand van ons werkte in die tijd, dus dat soort teksten sloegen als een tang op een varken. Er waren natuurlijk wel goede bands die uit Engeland kwamen, maar een band als Crass was zijn momentum kwijt geraakt. Die waren, net als de Rondo’s in Rotterdam, een beetje te ver afgedwaald in politieke statements. Eigenlijk waren het in Engeland alleen Discharge, G.B.H en The Exploited die het vaandel nog hoog hielden. (OKÉ je had ook nog  The Subhumans, The Damned, The Partisans, Vice Squad, Blitz, Zoundz, Conflict, UK Subs, The Addicts, Anti Nowhere League, Cockney Rejects, Rubella Ballet, Toy Dolls etc, maar je snapt wat ik bedoel). Het was verfrissend en dapper dat die rare Amerikanen de vinger op de zere plek durfden te leggen. Het zou nog meer dan 5 jaar duren voordat punkbands invloeden van metal bands als Black Sabbath als invloed zouden gaan gebruiken en daarmee de scene zouden revitaliseren. Deze gasten liepen daar ver op vooruit; misschien een beetje té ver, maar alla…

Ik liep het toilet in en werd verrast door een flitslicht van een camera. Een punker, die net als ik een hanenkam had, stond er te poseren voor een fotograaf. Ik schonk er weinig aandacht aan. Maar toen ik stond te pissen bedacht ik me wel dat als ik zelf fotograaf was geweest, ik de wilde dieren liever in hun natuurlijke omgeving zou fotograferen, in plaats van ze op een toilet te laten poseren. Wat een flauwe kul was dit. Je hoefde in de zaal eigenlijk alleen je camera in de aanslag te houden en dan kon je elke minuut hele rollen vol schieten met de meest bizarre taferelen. Er liepen prachtige meiden rond, maar die gast stond op het herentoilet, dus die die miste hij alvast. In elke hoek van Paradiso werden situaties uitgespeeld waar je mini documentaires over zou kunnen draaien. Je kon vanaf het balkon overzicht foto’s van de slampit maken die iedereen die nog nooit eerder een punkoptreden had gezien zou verbazen. Die fotograaf was misschien bang dat hij gemolesteerd zou worden als hij in de zaal zonder toestemming punkers zou fotograferen. Maar als je bang bent voor leeuwen moet je de bush bush niet in gaan. Natuurlijk lukte het niet om de plee uit te sneaken zonder dat de fotograaf me aansprak en vroeg of ik ook voor hem wilde poseren. Ik vroeg hem waarom dat zo nodig moest, en hij legde uit dat hij met een boek met portretten van bezoekers van Paradiso bezig was. Ik wenste hem veel succes maar bedankte voor de eer, al moet ik toegeven dat ik later spijt kreeg toen ik het boek genaamd Paradiso stills te zien kreeg en bleek dat bijna al mijn vrienden wél geposeerd hadden.

Ik bekeek het optreden van The Minutemen met gemengde gevoelens. Ik was het met Kikker eens dat het een fantastische band was. Een voorbeeld van een band die een eigen stijl had waar geen spoor van traditionele rock ‘n roll in te herkennen was. Soms klonken ze zelfs gewoonweg funky. De nummers van The Minutemen waren ook echt niet langer dan een minuut dus ze deden hun naam eer aan. Ze speelden alleen op de verkeerde tijd en de verkeerde plaats. De spanning  in de zaal liep snel op en niemand had geduld genoeg om The Minutemen de aandacht te geven die ze verdienden. Ik beloofde mezelf op zoek te gaan naar platen van deze band maar verder wilde ik op dat moment alleen dat Black Flag zou beginnen, want er moest snel iets gebeuren voordat de boel voortijdig uit elkaar zou knallen. De zanger zette een nummer in dat me meteen bijbleef: paranoid chant. Dit nummer zei het allemaal, ondanks de verkeerde plaats en tijd; Paranoid, scared shitless. De zanger kon niet anders dan deze tekst uit de grond van zijn hart te menen. The Minutemen speelde hun hele set en lieten zich verder niet van de wijs brengen al braken er hier en daar vechtpartijen uit in het publiek.

Black Flag zag gelukkig in dat het zaak was om de show zo snel mogelijk na The Minutemen te laten beginnen. De kans was groot dat er een enorme vechtpartij zou ontstaan als de show nog lang op zich zou laten wachten.  Je wilt als band niet dat zalen weigeren je uit te betalen, omdat je band niet heeft kunnen optreden door ongeregeldheden in de zaal. Bands als Black Flag hadden waarschijnlijk maanden moeten sparen om deze tour te laten doorgaan. Ze kregen geen toursupport van hun label, want hun label dat waren ze zelf. Misschien dat Roadrunner als distributeur wat bij had gelegd, al stonden distributeurs daar ook niet om bekend. Nee, de show moest koste wat kost doorgaan, zelfs nu de kans groot was dat de bandleden zelf er ook niet ongeschonden vanaf zou komen. Ik twijfelde even of ik alsnog naar beneden zou gaan om het optreden vanuit de pit te beleven, maar uiteindelijk besloot ik toch maar boven op het balkon te blijven. Vanuit de pit zou het erg moeilijk worden om de band in actie te zien en ik wilde geen seconde missen. 5 bandleden tegen achthonderd man publiek waarvan een groot gedeelte vooral was gekomen om deze yanks op hun bek te zien gaan.

Het zaallicht ging uit en het publiek brulde als een getergde meute stieren. Eindelijk! Een hevige feedback van een gitaar scheurde door de zaal gevolgd door de beginakkoorden van Damaged 2. Meteen had ik spijt dat ik niet beneden stond, want een golf van intense opwinding trok door mijn lijf die ik, als ik beneden had gestaan, in beweging om had kunnen zetten. Nu stond ik tegen de balustrade tussen mijn vrienden waaronder een boel meisjes en moest ik me inhouden. Whraaaah!!! Het licht ging weer aan vlak voor het moment dat de rest van de band in moest vallen. Ik had nog nooit een band op deze manier zien klaar staan. Ze stonden allemaal stokstijf in een verkrampte houding waaraan je kon zien dat ze de spanning in hun lijf tot een maximum aan het opvoeren waren voordat ze volledig los zouden gaan. Goddamn, die pose alleen al was het waard geweest om naar Amsterdam af te reizen. Niet alleen het nummer brak los; de hele zaal explodeerde. Damaged by you, Damaged by me, I’m confused, confused, don’t wanna be confused. Ik had niet eens door dat ik mee aan het brullen was. De manier waarop deze band bewoog was fenomenaal, nog nooit had ik een punkband gezien die de kracht van hun muziek extra aan wist te zetten door bijna simultaan met elkaar te bewegen. Als zeewier dat door een krachtige branding heen en weer beweegt. Dit was California; dit waren surfers!

Het eerste dat me aan Henry Rollins opviel was dat hij zijn haar had laten groeien. Hij was skinhead af. Dat zouden de kaalkoppen in het publiek hem niet in dank afnemen. Dat deze band uit de USA kwam was voor hen een gotspe, maar het feit dat Rollins ook een skinhead was gaf de band nog het voordeel van de twijfel. Het laatste restje goodwill bij de aanwezige skinheads werd vernietigd doordat Dez Cadena, de tweede gitarist echt lang haar had en Chuck Dukowski, de bassist en Greg Ginn, de lead gitarist haar hadden dat al richting Ramones lengte aan het groeien was. Zelfs de drummer was niet meer kaal en toen ik later goed keek zag ik dat het Robo ook niet kon zijn. Achteraf was het Bill Stevenson van the Descendents die Robo al een tijdje verving. Ik kwam er pas jaren later achter dat Robo, al tijdens de eerste Black Flag tour door de UK in 1981, op de terugweg een illegaal in de USA verblijvende Colombiaan bleek te zijn en de USA niet meer binnen was gekomen.  Het kostte Robo een jaar om zijn weg naar de USA weer terug te vinden. Later drumde hij bij The Misfits op hun beste plaat: Earth A.D. Dat alles wist ik pas nadat ik ‘Get in the Van’ van Henry Rollins had gelezen (een verslag van Henry’s tijd bij Black Flag en een van de beste boeken over punk ooit geschreven). Destijds bereikte dat soort informatie je gewoon niet, of heel langzaam en via een miljoen omwegen.

Ik keek vanaf het balkon van Paradiso naar de pit en was tegelijk teleurgesteld en blij dat ik niet tussen de voorste rijen stond. No way dat ik de band vanaf die plek zo goed had kunnen bestuderen, maar tegelijk mistte ik de actie. De sport was om te proberen op het podium te komen en daar zo lang mogelijk te blijven springen. Je kon ook proberen een microfoon te pakken te krijgen en met de band meebrullen, maar er was maar één mic op het podium aanwezig en die had het beest van een Rollins in zijn hand.  Ik zag Rotterdams meisje die ik kende, een echte stoere, het podium door een stel gasten het podium op geduwd worden. Ze stond nog maar net weer op haar benen toen ze door Rollins in een heupzwaai werd genomen en met een ruime boog weer terug in het publiek werd gesmeten. De boodschap was duidelijk; don’t fuck with Henry, don’t invade his space. Iedereen die daarna het podium beklom deed dat alleen om zo snel mogelijk weer in de pit te springen. Het frustreerde me enorm dat ik die enorme energie, die door de band werd afgevuurd, en die ik nu door mijn donder gejaagd kreeg niet in de pit kwijt kon. Ik voelde de noodzaak om zo hard mogelijk tegen de lijven van andere punks te springen, tegelijk voor mijn eigen lijfsbehoud vechtend en met alle macht op mijn benen proberen te blijven staan. Bij een val was de kans niet bepaald denkbeeldig dat  je,  tenzij je snel door een medeslammer op de been werd geholpen, bedolven werd  door tien lagen lichamen en volledig gemangeld werd. Vergeleken met slamdancin’ is Rugby een sport voor mietjes. Ik wist dat ik doordat ik nu niet meedeed minstens een week zwaar opgefokt zou blijven. Dat betekende waarschijnlijk talloze ruzies op straat, omdat ik geen enkele opmerking van welke voorbijganger dan ook zou pikken, een vriendinnetje die mijn aanwezigheid niet meer zou trekken en dat veel van mijn huisraad deze week niet zou overleven.


Bad Brains in LVC Leiden 12 mei 1983 (deel 1)

$
0
0

In 1983 heb ik optredens gezien van drie van de meest legendarische punk/hardcore bands aller tijden: Black Flag, Bad Brains en M.D.C. Deze drie concerten waren zonder enige twijfel de hoogtepunten in mijn leven als bezoeker van optredens. Nu kom je gemakkelijker onder de indruk van een uitvoering als je nog jong bent, maar bij deze optredens gebeurde er meer dan een band die een goede, gepassioneerde set speelde. Er was een onmiskenbaar een soort magie aanwezig.  Een magie die de bezoekers van deze optredens verleidde tot gedrag dat verder ging dan bewondering voor rocksterren, verder dan vooraan bij het podium los gaan in de pit. Bij deze optredens heb ik mensen gezien die terug keerden naar een soort oerdrift. Mensen in al hun glorie en tegelijk in al hun lelijkheid. Mensen die al hun demonen op de andere aanwezigen, maar ook op zichzelf, los lieten. En ik voelde die drift zelf ook; een bijna onbeschrijfelijke opwinding die een kracht opriep die maakte dat je het een uur of langer in de slampit volhield om op andere lichamen in te beuken, die je aanzette op speakertorens te klimmen en je met doodsverachting in de massa te storten. Die je mee deed brullen en als je de tekst van bepaalde nummers niet kende oerkreten deed slaken totdat je stem kapot was. Een kracht die zorgde dat alle lichamelijke en geestelijke pijn tijdelijk vergeten werd. Tot de volgende morgen natuurlijk, want dan voelde je de blauwe plekken, kneuzingen, missende tanden en gebroken botten wel degelijk. Maar ook op zo’n moment kon je niet anders dan je levend voelen. Levend op een manier waar al die miljarden, voorzichtig door het leven manoeuvrerende, squares  niet eens aan durfden denken.

Hieronder een verslag van het optreden van Bad Brains op donderdag 12 Mei 1983.

Dit is een ruwe versie van een hoofdstuk dat in mijn boek opgenomen zal worden.

Ik hoorde de Roir tape van Bad Brains de eerste keer dat ik bij Aso op bezoek kwam. Op die avond maakte ik ook kennis met onder andere  The Misfits, Minor Threat en Violent Apathy. Vooral the Misfits maakten diepe indruk op me. Ik hoorde Skulls en dacht dat Danzig “I want your soul” zong in plaats van “I want your skull.” Dat nummer deed me rillen van genoegen en zoog zich meteen aan mijn hersenschors vast. Aso was een verzamelaar en is nog altijd de grootste autoriteit die ik ken wat hardcore betreft. Die jongen heeft werkelijk bijna alle goede platen die ooit in het genre zijn uitgebracht. Toen ik hem net leerde kennen was hardcore nog niet, of nauwelijks, te krijgen en peperduur. Het kwam niet vaak voor dat iemand een plaat als Damaged van Black Flag, die ik zelf voor 35 gulden had gekocht, zo graag wilde hebben dat de desbetreffende persoon er de prijs van een week blowen voor over had. Maar Aso besteedde al zijn geld aan platen. Hij kreeg een weekuitkering en in die tijd kon je dat bedrag nog contant bij de Soos afhalen; Fl.187,50. En zodra hij dat geld ontvangen had ging hij naar Haddock op de Van Oldenbarneveldtstraat, en gaf het daar uit aan import platen. Op twee tientjes na; daar kocht hij shag en chips van. Het uitzoeken van LP’s kostte hem een hele dag. Elke vrijdag kon je hem vanaf 12 uur ‘s middags en zowat tot sluitingstijd in Haddock vinden. Daarna sloot hij zich het hele weekend op om zijn nieuwe aanwinsten te beluisteren.  Als je bij hem langs kwam stond je buiten op de stoep en belde je op strategische momenten aan;  in de pauze tussen twee nummers. Maar meestal moest je wachten totdat hij een nieuwe plaat op ging zetten en de pauze lang genoeg duurde. En dan negeerde hij de bel nog vaak, maar de aanhouder wint. Aso kreeg onvermijdelijk honger. Iedereen in de vriendenkring, die net zo verslaafd aan muziek waren als ik, wist dat hij in ruil voor een bord eten, ook koud eten, alles wat hij die avond draaide voor je op een cassette opnam. Je moest natuurlijk wel zelf lege bandjes meenemen. Hij schreef dan ook nog alle titels en bandnamen in een bijna griezelig goed leesbaar handschrift voor je op de omslag van de tape. Dat was een goede deal. Aso zijn huis zat dan ook elke vrijdagavond vol met drie tot 6 gasten. Meiden waren er bijna nooit, want die hielden meer van praten en konden het niet opbrengen om uren ingespannen te luisteren. Wij hielden zolang de muziek speelde in een bijna geweide stilte onze bek, op een paar losse opmerkingen na en meestal alleen als Aso platen verwisselde. Kletskousen zag je na één zo’n sessie nooit meer terug, omdat die weggekeken werden. Aso gaf de hoes van de LP’s die hij draaide bijna automatisch aan mij door. Ik was een liefhebber van artwork en songteksten en citeerde in de stilte tussen de platen af en toe opvallend mooie zinnen. Ongeveer een jaar nadat deze sessies begonnen opende de eerste winkel waar je op A3 formaat fotokopieën kon maken en al gauw hing Aso zijn woning vol met zwart wit kopieën van platen hoezen en bandfoto’s. Destijds waren die kopieën nog spuuglelijk met teveel contrast en weinig grijswaarden maar toch zagen de wanden van zijn huis, helemaal volgeplakt met artwork er fantastisch uit. Als je een mooi hoesontwerp zag was Aso vaak wel geneigd om de LP waar het artwork vandaan kwam voor je te draaien en op te nemen. Meestal was de muziek die bij de beste teksten hoorde ook goed. Een goede tekst komt voort uit goede muziek en vice versa.

De Roir tape die ik op die eerste luistersessie hoorde was één grote bak ruis omdat de cassette al tientallen keren doorgekopieerd was. Hij ging van hand tot hand en het was een kopie van een kopie van een kopie en dat tot misschien wel de 100e macht. Maar dat mocht de pret niet drukken want de energie spatte er ondanks de slechte kwaliteit van het geluid nog altijd van af. Bad Brains was de snelste en strakste band die ik ooit gehoord had. Het kon nooit lang duren voordat zo’n goede band een echte LP ging uitbrengen. Ik zei Aso dat ik waarschijnlijk tegen het plafond zou springen op het moment dat ik een goede productie van Bad Brains zou horen. Een week later gaf hij me een cassette waar ‘Let them eat Jellybeans’ op stond. Jelly beans was één van de eerste hardcore verzamel LP’s die Europa bereikte en een van de eerste releases op het Alternative Tentacles label van Jello Biafra, zanger van de Dead Kennedys. Pay to cum van Bad Brains stond erop en de productie was weergaloos. Ik hoorde dat nummer en draaide het tientallen keren achter elkaar terwijl ik door mijn huis sprong. Het glazen bijzettafeltje, dat ik die week bij de vuilnis had gevonden, overleefde het niet. Nog weken later trapte ik, zodra ik mijn kisten thuis uitdeed, in de glassplinters. Ik had geen stofzuiger en het was te donker op mijn zolderkamer om de kleinere splinters te zien liggen, laat staan ze op te ruimen op de zeldzame momenten dat ik puf had om te vegen.

Twee jaar later, begin 1983 kwam eindelijk Rock For Light, de eerste LP van Bad Brains uit. Ik moest even wennen aan de productie die nogal iel was. Ik snapte ook echt niet waarom Ric Ocasek van The Cars was uitgekozen om die plaat produceren. Dacht de band of het label nou echt dat de interesse van het mainstream publiek daardoor opgewekt zou worden? Desondanks draaide ik weken niets anders dan deze LP. En zelfs als ik hem nu, 28 jaar later, op zet word ik nog altijd bijna tegen de muur geblazen door de energie van die plaat. Ik moet hem nu wel in de digitale versie draaien want je kunt intussen bijna letterlijk door de originele LP heen kijken. Grijsgedraaid is gewoon niet meer het goede woord; de groeven zijn er zowat uit verdwenen.

Op een ochtend ontving Scherf muziekkrant Oor en kwam joelend mijn kamer binnenstormen. Het was tien uur ‘s ochtends en ik had bijna een zwaar boek naar zijn kop gesmeten, maar voor dit nieuws mocht hij me wel wakker maken: Bad Brains kwam naar Nederland en speelde hun eerste optreden in LVC!

Wij waren kind in huis bij LVC. Scherf kende de bandleden van The Prime Ministers persoonlijk en de zanger van die band werkte als D.J. bij LVC tijdens punkconcerten. Scherf belde hem meteen. Wij waren zo gelukkig de enige telefoonaansluiting van de hele rij van 6 huizen, die samen de Braadworst vormden, in huis te hebben . Iedereen lapte vijf gulden per maand om gebruik van de telefoon te kunnen maken en in ruil voor de luxe een telefoon binnen handbereik te hebben nam Scherf voor iedereen de telefoon aan en haalde wie die gebeld werd erbij. ‘S zomers was dat gemakkelijk; hij hoefde dan alleen de naam van degene waarvoor gebeld werd de tuin in te schreeuwen en dan werd het vanzelf doorgegeven. In de winter was dat moeilijker want dan moest hij buitenom lopen om aan te gaan bellen. In de winter werden er dan ook een stuk minder telefoontjes aangenomen.

Zoals verwacht en gehoopt moest de zanger van the Prime Ministers bij Bad Brains draaien. Hij zou al om 7 uur in de zaal aanwezig zijn en wij konden rond die tijd ook komen. Hij zou zorgen dat we erin kwamen. We moesten nog bijna 4 weken wachten en we gebruikten die tijd om iedereen in de scene op te trommelen. De Rotterdamse afvaardiging telde uiteindelijk meer dan 25 man. Dat was een fijn idee. ‘s Middags zouden Scherf en ik vooruit reizen want we konden natuurlijk niet met 25 man al zo vroeg naar binnen. Maar op de terugweg zouden we met genoeg mensen zijn om veilig door de binnenstad van Leiden te kunnen trekken. Leiden had een supertoffe punkscene maar helaas liep de weg naar LVC langs een paar straten die vol discotheken zaten. Als je daar in het weekend na 1 uur langs moest was de kans dat je door tientallen dronken disco’s lastig gevallen werd, of in elkaar geslagen, wel erg groot.

Ik heb in heel mijn leven nog nooit zo naar een optreden uitgekeken als dat van Bad Brains. En Scherf en ik zouden al in de zaal aanwezig zijn als de band aankwam. Ik heb soundchecks altijd strontvervelend gevonden, maar de check van Bad Brains was wel iets om naar uit te kijken. Scherf en ik stonden al om 4 uur voor de deur van LVC; we konden het thuis niet meer uithouden en hadden drie uur eerder een trein genomen dan de bedoeling was. Met wat geluk zou er al iemand in LVC aanwezig zijn die ons binnen kon laten en dat was ook zo. Er waren drie vrijwilligsters bezig met de schoonmaak en zij lieten ons binnen. Het werd nog heel erg gezellig ook. Scherf en ik hielpen een handje mee. Scherf was erg goed in schoonmaken. Zijn kamer was het best onderhouden kamer in ons pand. Die jongen stofzuigde echt twee maal per week, en deed na het eten altijd meteen de afwas. Scherf zijn kamer was nog schoner dan de kamers waarin stellen woonden. Een scherper contrast met de vuilste kamer van ons pand was trouwens ook niet voorstelbaar. Die was niet van mij, al was het bij mij ook echt een zooitje, maar van Skoeter. Die had één deur verder gewoond en was min of meer door de andere bewoners gedwongen te vertrekken omdat zijn huis ratten aantrok. Hij was vlak voordat ik in het pand kwam wonen verhuisd, maar ik was bij het uitmesten van zijn kamer aanwezig geweest. Toen ik die kamer binnenstapte leek er weinig aan de hand. De meeste spullen waren weggehaald. Niet door de ex-bewoner, want die nam nooit de moeite om spullen mee te nemen, op zijn platen en installatie na. Elke keer als hij verhuisde ritselde Skoeter nieuwe spullen bij elkaar. Dat was makkelijker dan die zooi twee trappen afdragen en het daarna weer drie trappen omhoog te sjouwen. Het scheelde die eerste twee trappen en dat was winst. Hij had verder eigenlijk ook niks nodig, behalve muziek en een bed om op te slapen en te neuken. Er hing een vreselijke lucht in het huis en die bleef hangen. Ook nadat alle smerige spullen via het dakraam de tuin in waren gegooid om daaruit naar de straatkant gesleept te worden, bleef de kamer ruiken alsof er ergens een lijk lag te rotten. Scherf was degene die ontdekte dat Skoeter, het hele jaar dat hij in de kamer had gewoond, planken uit de vloer had getrokken en zijn vuilnis in de loze ruimte tussen de vloer en het plafond van een verdieping lager had gedumpt. En het gat vervolgens weer had gedicht om een paar meter verder een nieuw te openen. Onder de vloer lag het vol rottende etensresten en de enige manier om dat zonder erbij te moeten kotsen eruit te halen, was door gaten in het plafond van de verdieping onder de kamer te maken en het afval naar beneden te laten vallen, alvorens het via het raam uit de woning te verwijderen. Daardoor waren er niet 1 maar twee kamers zo goed als onbewoonbaar geworden.

Nadat de zaal en de bar van LVC schoon waren werd het nog gezelliger met de meiden. Ze waren alle drie punk en ik viel als een blok voor Petra. Ze was de grootste en knapste van het stel met haar roze haar dat ze tijdens de schoonmaak opgebonden had. Ze verdween nadat het karwei was gedaan in het toilet en kwam er tien minuten later volledig geplamuurd en met getoupeerde haren weer uit. Ze was prachtig en ik probeerde de rest van de middag haar te versieren.

Om zeven uur zaten we nog altijd aan de bar gratis bier weg te werken en te blowen. De zanger van Prime Ministers kwam aan. Daarna was het wachten op de band die zo rond deze tijd verwacht werd. Nu komen bands nooit precies op tijd, maar Bad Brains bleef wel erg lang weg. Uiteindelijk gingen Petra en ik naar de keuken van LVC om alvast wat te eten te maken want we vielen van de graat, en konden niet meer wachten totdat er voor de band geserveerd werd. We aten met de vrijwilligsters en de rest van het personeel van LVC; de geluidsmensen, lichtman en stagemanager. Petra verzorgde altijd het eten bij LVC en de twee andere meiden gingen zodra de deur van de zaal opende de kassa bemannen. Ik hielp Petra met de afwas. Wat je allemaal niet over hebt voor een leuk meisje! Ik waste thuis maximaal 1 maal per week, en met enorm veel tegenzin, af. Maar hier was het een leuk karwei omdat ik het samen met haar deed. Wat ook mee hielp, was dat Petra mijn gedachte een beetje van de Bad Brains af hield, omdat die nu wel erg laat waren. Ik maakte me zorgen dat het concert alsnog afgelast zou worden. Maar toen ik na de afwas mijn warme, door zeepsop zacht gemaakte handen, om de borsten van Petra had geslagen vergat ik de band een tijdje. We waren innig aan het zoenen. Ik had haar met de nodige moeite op het aanrecht gezet, want ze was niet de lichtste. Ze was net zo lang als ik en stevig gebouwd. Met mijn handen onder haar T-shirt voelde ik dat ze niet alleen mooie dikke tieten had, maar ook het strakste en best afgetrainde vrouwenlichaam dat ik ooit gevoeld had. Alle spieren in haar schouders, borst, buik en rug stonden strak. Ik vroeg haar wat voor sport ze deed. Ik hoopte dat ze karate zou antwoorden, dan konden we sparren. Maar tussen twee lange tongzoenen door vertelde ze dat ze een zwemster was. Ze had zelfs met de selectie voor het Olympisch team meegedaan. Dat eindigde toen ze punk werd. Ze was door haar coach geschorst nadat er een stroom rood gekleurd water als bloed vanonder haar badmuts  liep  omdat haar rood geverfd was. De roze lokken die ze nu nog had waren daar nog een overblijfsel van. Ze vertelde ze me dat er nog een andere reden was om met sporten te stoppen; haar tieten waren te groot geworden en vertraagden haar niet alleen in het water, maar veroorzaakten ook ongewenste aandacht van haar coach die moeite had om van haar af te blijven.

We werden in ons onderonsje gestoord door de stagemanager die ons vertelde dat hij de band aan de telefoon had gehad. Ze hadden de boot van Dover naar Nederland gemist, maar stonden nu alsnog in Vlissingen. Ze zouden met 100 kilometer per uur naar Leiden gaan rijden en rond half tien aan moeten komen. Dat was net op tijd voor de show. De soundcheck werd afgelast maar het publiek kon om negen uur naar binnen. Ik keek uit het raam van de keuken en zag dat er een uur voordat de zaal zou openen al tientallen punks op de stoep stonden.

klik hier voor deel 2


M.D.C. Shiva – Uithoorn vrijdag 23 december 1983

$
0
0

In 1983 heb ik optredens gezien van drie van de meest legendarische punk/hardcore bands aller tijden: Black Flag, Bad Brains en M.D.C. Deze drie concerten waren zonder enige twijfel de hoogtepunten in mijn leven als bezoeker van optredens. Nu kom je gemakkelijker onder de indruk van een uitvoering als je nog jong bent, maar bij deze optredens gebeurde er meer dan een band die een goede, gepassioneerde set speelde. Er was een onmiskenbaar een soort magie aanwezig.  Een magie die de bezoekers van deze optredens verleidde tot gedrag dat verder ging dan bewondering voor rocksterren, verder dan vooraan bij het podium los gaan in de pit. Bij deze optredens heb ik mensen gezien die terug keerden naar een soort oerdrift. Mensen in al hun glorie en tegelijk in al hun lelijkheid. Mensen die al hun demonen op de andere aanwezigen, maar ook op zichzelf, los lieten. En ik voelde die drift zelf ook; een bijna onbeschrijfelijke opwinding die een kracht opriep die maakte dat je het een uur of langer in de slampit volhield om op andere lichamen in te beuken, die je aanzette op speakertorens te klimmen en je met doodsverachting in de massa te storten. Die je mee deed brullen en als je de tekst van bepaalde nummers niet kende oerkreten deed slaken totdat je stem kapot was. Een kracht die zorgde dat alle lichamelijke en geestelijke pijn tijdelijk vergeten werd. Tot de volgende morgen natuurlijk, want dan voelde je de blauwe plekken, kneuzingen, missende tanden en gebroken botten wel degelijk. Maar ook op zo’n moment kon je niet anders dan je levend voelen. Levend op een manier waar al die miljarden, voorzichtig door het leven manoeuvrerende, squares  niet eens aan durfden denken.

M.D.C.  Shiva – Uithoorn vrijdag 23 december 1983

Mick kwam bij ons langs om te zeggen dat hij van plan was om een busje te huren en met een grote groep naar het optreden van M.D.C. in Uithoorn te gaan. Natuurlijk had ik nog nooit van dat gat gehoord. Uithoorn is een dorp ergens onder Amsterdam en ik kwam niet graag in dorpen. Ok, officieel was Uithoorn een aparte gemeente dus een stadje. Maar wat doet dat ertoe? Een gat blijft een gat. De naam van het Jongerencentrum deed me wel vaag wat: Shiva. De naam rook naar hippies. Ik was niet enthousiast over de plaats van het optreden en vroeg me af waarom M.D.C. niet ergens in een stad als Den Haag, Amsterdam, Leiden of Utrecht speelde. Het was destijds een stuk moeilijker om uit te zoeken waar de optredens van een tour plaats ging vinden. Als data niet in de Oor stonden hield het eigenlijk al op, want dat was destijds het enige blad met een landelijke concertagenda. Rotterdam was op dat moment zo dood als een pier dus dichtbij huis hoefde je het verder ook niet te zoeken. Kaasee was al afgefikt voordat ik er ooit geweest was, Eksit was ook gesloten,  de Arena was net open, maar programmeerde zelden punk en alleen in het Poortgebouw was er af en toe een feest.

Het was het een verontrustend teken dat steeds meer punkconcerten alleen buiten de grote steden georganiseerd werden. Punk volgde hetzelfde patroon als hardrock; het begint in de stad en zakt af naar het platteland. Zodra dat gebeurd worden er regels opgesteld waar iedere liefhebber van het genre zich via peer pressure aan diende houden en werd er een uniform uitgegeven waar iedereen zich in moest hullen. Daarna was de lol er dan definitief vanaf. De creatieve geesten gaan op zoek naar iets nieuws en de sukkels die niet zonder een vast stramien kunnen blijven over. Vanaf dat punt wordt alles een eindeloze herhalingsoefening. Achteraf bleek gelukkig dat die tijd wat punk betreft nog niet aangebroken te zijn. Dat kwam omdat het genre zich met hardcore opnieuw uit wist te vinden. Hardcore op zijn beurt was zo dynamisch en zo diep in de underground genesteld dat vaste regels er geen grip op leken te krijgen. In het begin was hardcore rigoureus anti-metal , maar nog geen vijf jaar later mengde bijna alle bands metalinvloeden door hun sound en nog drie jaar later antwoordde de metalscene door hun eigen versie van metal met hardcore invloeden; trashmetal. Er ontstonden wel een aantal subgenres die zich aan regels bonden maar die waren vaak zo extreem dat die nooit de hele scene kon overnemen. Een goed voorbeeld daarvan is straight-edge; er zijn maar weinig jongeren die drank en drugs opgeven omdat ze bij een bepaalde groep willen horen. Hetzelfde gold voor extreme veganisten, dierenactivisten, krakers etc. Maar ook voor Nazi’s, bikers en hooligans.   Al dat soort groepen bleven in de hardcorescene door elkaar lopen. En dat zorgde ervoor dat men hoe dan ook met elkaar in contact bleef. En al haatte je de denkbeelden sommige groepen nog zo erg; zolang je gedwongen wordt met ze om te gaan kan je meestal niet anders dan ze als menselijke wezens te blijven zien. Al waren er natuurlijk  uitzonderingen.

Ik vond groepsreizen nooit zo leuk, behalve als ik met mijn eigen band op weg ging. Ik trek graag mijn eigen plan en als een optreden tegen valt ga ik het liefst er met de stille trom vandoor. Dat wordt moeilijker als je met een groep gaat die verwacht dat je de terugreis ook mee gaat maken. Beetje lullig om die mensen uren naar je te laten zoeken als je weggesneakt bent. Het wordt nog een factor moeilijker als je  vriendinnetje die tijdelijk bij je ingetrokken is ook mee gaat. Want die blijft zoeken tot ze een ons weegt en houdt de hele groep vast.

Maar M.D.C. was een band die ik absoluut niet wilde missen. Sinds ik via Peter uit Duitsland die band leerde kennen was ik fan. De Millions Of Dead Cops LP had ik grijs gedraaid. Dat was en is de meest agressieve punk LP aller tijden. Het subgenre waar M.D.C. zich in bewoog werd al snel hatecore genoemd. Later zijn ultra rechtse elementen er met die genrenaam vandoor gegaan en werd Hatecore de vlag waaronder een Amerikaanse racistische Oi beweging opereerde. Maar M.D.C. was niet bezig met  rassenhaat. Hun haat richtte zich tegen het systeem en dan inderdaad vooral tegen de politie.  In het nummer ‘Dead cops/America’s so straight’ kwam de zinsnede “macho fucking slaves, we’ll piss on your graves” voor.  Er was ooit een recensie van die LP in de Oor verschenen; geschreven door Swie Tio. Die jongen was best in voor heftige muziek en dito statements maar M.D.C. ging wat hem betreft echt te ver. Volgens hem waren het haatzaaiers. Ik las die recensie met een grote glimlach. In die periode was alles dat in andermans ogen te ver ging pas echt interessant. Maar ik was het ook volledig eens met M.D.C. wat hun haat tegen de politie betreft. Ik had nog nooit iets goeds met de politie meegemaakt. Dat ik in Duitsland door een agent was gered van een groep hooligans telde niet mee. Dat was trouwens spoorwegpolitie. En die man had ons alleen geholpen omdat hij geen zin had om zichzelf voor dodelijke incident op zijn station te moeten verantwoorden. De politie was er nooit als je bedreigd of  in elkaar geslagen werd. Maar als je een pandje kraakte, graffiti spoot of op straat een joint rookte waren ze er als de kippen bij. Ze waren op hun ergst bij demonstraties en rellen. Punkers werden in die situaties als loslopend wild gezien waar politieagenten straffeloos hun frustraties op konden botvieren. Haat wordt altijd met haat beantwoord. Natuurlijk provoceerden punkers de politie regelmatig, maar dat doen dronken studenten ook. En ik heb nog nooit gehoord dat agenten speciaal de pik op studenten hadden. Nu had ik behalve de hierboven beschreven afwezigheid van de Hermandad en de kleine ongemakken op straat nog niet veel last van de politie gehad. De echt heftige incidenten moesten nog komen. De avond met M.D.C. zou wat dat betreft een voorbeeld worden van het gezeik dat je met de lange arm der wet krijgt als je zelf je regels wil bepalen en je eigen akkevietjes rechtstreeks met de ‘schuldigen’ wil afrekenen.

Maar we zeiden dus ja op het aanbod van Mick.  De bus zou ons op de dag van het optreden rond 7 uur ophalen. Uithoorn was nog geen uur rijden al zou het waarschijnlijk wel even zoeken worden voordat we Shiva zouden vinden want niemand van onze groep was daar ooit geweest en dorpen zijn meestal nogal onlogisch ingedeeld. Later die nacht zouden we daar nog de wrange vruchten van plukken.

We zaten met  tien man in de bus. 6 jongens en 4 meiden; geen slechte verhouding. Aso en Essie hadden de etage boven Eviline en mij gekraakt. March en Kikker woonden nog in de Raephorststraat waar mijn eerste huis ook gestaan had. Dat was alleen al afgebroken terwijl hun huis voorlopig nog gespaard bleef, Speedy woonde een paar  deuren verder en Mick zat in de Bloklandstraat. We hadden Anar in Gouda opgepikt en zij had twee onbekenden bij zich;  Raggel en Died. Mick kwam ook uit Gouda en was pas recent naar Rotterdam verhuisd. Gouda lag op de route dus een extra stop was geen probleem.

Het was een personenbusje met een aparte cabine en een laadruimte waar maar liefst drie banken stonden. We konden breeduit zitten, er was plenty bier, sterke drank en hasj aan boord dus de sfeer zat er al gauw lekker in. Normaal drink ik niet graag en houd ik het bij blowen, maar het is vervelend om als enige stoned te zijn tussen een groep dronken idioten, dus dronk ik deze keer mee. Kopstootjes werd het drankje van de avond. Een slok jenever weggespoeld met bier. Dat ging hard. Iedereen was compleet laveloos tegen de tijd dat we in Shiva aankwamen.

Het was nog vroeg en de zaal ging eigenlijk pas om negen uur open. Maar het was bitter koud buiten en de crew van de zaal had medelijden dus lieten ze ons alvast naar binnen. Niemand heeft ons later die avond nog om entreegeld gevraagd, en wij dachten daar ook niet aan. Pas toen ik de volgende dag thuis kwam ontdekte ik dat de 20 gulden die ik voor kaartjes voor mij en Eviline had bewaard nog in mijn zak zaten.

M.D.C. kwam vlak na ons aan en we hielpen, zo goed als we met onze dronken koppen nog konden, de band hun backline naar binnen te brengen.  Ik raakte in gesprek met Franco; de bassist van M.D.C. die nog openlijker een hippie was dan Dez Cadena van Black Flag. Hij was een kleine versie van Thomas Chong en een uiterst vriendelijk persoon met een ontwapenende glimlach. Echt de laatste die je in een hatecore band verwacht. Franco vroeg me naar een tekening op de mouw van mijn jas. Ik had daar een gebroken heroïnespuit geplaatst met de woorden “ slam yer fix’ eronder.  Ik was er heilig van overtuigd dat die spreuk iets als ‘ sla je spuit kapot’ betekende. Maar Franco maakte een veelbetekenend gebaar van een spuit in je arm plaatsen en vroeg knipogend of ik zin in een shot had. Ik was totaal verbijsterd. Niet alleen omdat Franco aan de smack zat maar vooral omdat ik, overigens niet voor de eerste keer,  slachtoffer was van een Babylonische spraakverwarring.  ‘ Slam yer fix’  betekende ‘ ram die spuit in je arm’. Ik snapte nu waarom ik de laatste tijd werd weggekeken bij straight- edge feestjes, haha.

De deur van Shiva moest een half uur later al open voordat we klaar waren met het installeren van de backline. Als wij ons er niet mee hadden bemoeit was dat waarschijnlijk veel sneller gegaan. Maar we waren erg gezellig door al die drank. M.D.C. deed een snelle soundcheck. Weer een bewijs dat lange soundchecks alleen voor pretentieuze sukkels bedoeld zijn. We kregen twee nummers als voorproefje van het optreden en daarna duurde het wachten lang. B.G.K. speelde in het voorprogramma en speelde over dezelfde backline. Later bleek dat BGK alle apparatuur voor deze tour aan MDC uitleende. Bands hielpen elkaar nog in die tijd. Evilline was fan van BGK maar ik liep er niet echt warm voor. Ik vond the Nitwitz; de band waaruit BGK was ontstaan honderd keer beter en vooral een meer originele sound hebben. BGK was de eerste Nederlandse band die hardcore volgens de regels speelde. Regels, bah!

De meiden hadden honger gekregen en besloten voordat de optredens begonnen het dorp in te gaan en een snackbar te zoeken. We gaven ze onze bestelling mee al was ik bang dat ik een vette hap niet lang binnen zou houden. Terwijl de zaal vol liep pendelden wij tussen onze bus en Shiva. Free beer; the only beer that matters…. Al beloofde ik mezelf dat ik Mick wat geld zou geven voor het bier, de huur van de bus en de benzine. Hij zou daar nooit zelf om gevraagd hebben; die jongen was veel te goeiig.

We kwamen er eigenlijk pas nadat BGK al lang en breed gespeeld had achter dat de meiden nog altijd niet terug waren gekomen. Aso en ik waren te dronken om ons echt zorgen te maken om Essie en Eviline. We gingen er vanuit dat de dames in het dorp verdwaald waren geraakt en we konden ze nu niet gaan zoeken omdat MDC op het punt stond te beginnen.


Niks geen Compromis!

$
0
0

Black Flag artwork van Raymond Pettibone

De platen die ik vroeger kocht, en waar ik nu nog steeds met plezier naar luister, werden zonder enige vorm van compromis naar producers toe gemaakt. De enige factor dat het eindresultaat beïnvloedde was of de band in een echte studio kon opnemen of alles houtje touwtje in een zelf in elkaar geflanste home studio moest maken. Ik heb platen in mijn kast staan waarvan de geluidskwaliteit objectief gezien echt bagger is, maar als je de tijd neemt om er aandachtig naar te luisteren zal je na een paar luisterbeurten opvallen hoe ongelofelijk goed de band in kwestie speelde, en hoe ongegeneerd echt de emoties aanvoelen die hun muziek opriep; zowel bij de band als bij mij als luisteraar. Platen die letterlijk in iemand zijn keuken opgenomen waren.

En ik geef je op een briefje dat heel wat fantastische bands, die live onverslaanbaar waren, in de studio alsnog een klote plaat maakten. Meestal omdat een ongeïnteresseerde engineer zijn best weigerde te doen om de muziek op een goede en respectvolle manier op tape te krijgen. Vooroordelen tegen harde (punk)muziek hebben heel wat slechte platen opgeleverd. De ‘Wij zijn zwijn’ LP van de Boegies is daar ongeveer het beste voorbeeld van. Live was die band onvergetelijk, maar op die studio LP waren alle nummers die je live uit volle borst meezong volledig doodgeproduceerd. De rillingen jagen nog over mijn rug als ik aan die plaat denk.

Daarom wordt ik zo giftig als ik broekies op bezoek heb die, als ik een LP voor ze draai zoals bijvoorbeeld ‘Trails of Slime’ van The Sluglords, opmerken dat de kwaliteit van de opnames niet meer van deze tijd is. En vervolgens afhaken. Om Bill Hicks even aan  te halen: listen to them PLAY!! Doe een beetje moeite om een plaat, die ik niet voor niks aan je wil laten horen, naar je hersenschors te navigeren! Dat afgefikte kuttige poppunkbandje van je krijgt nog geen halve zool de dansvloer op, en aan een plaat als deze hoor je af wat je ervoor over moet hebben om echt goed te worden!

Alles moet tegenwoordig maar snel. (behalve de muziek dan, want die is een derde langzamer dan de hardcore die ze in mijn tijd maakten) Bandjes flansen 10 nummertjes in elkaar, doen een optredentje voor vrienden en familie (een optreden waarbij niemand tegen ze zal durven/willen zeggen dat ze nog helemaal niks voorstellen) en daarna willen ze onmiddellijk een CD opnemen. En daarna maar huilen dat ze nergens op kunnen treden en er 500 CD’s op zolder liggen te verstoffen.

Een band als Black Flag deed er 5(!) jaar over om hun eerste LP op de markt te krijgen. Vijf jaar waarin de band elke dag (!) 4 tot 6 uur oefende. Natuurlijk traden ze na een jaar al op en brachten ze een paar singles en EP’s uit. Maar optreden is ook oefenen en het opnemen van singles eigenlijk ook. Het was begin jaren tachtig honderd maal ook nog eens honderd keer moeilijker om optredens voor een punkband te vinden;  nog geen 1% van alle zalen wilden/durfden punkbands laten spelen. Dus organiseerde de band zijn eigen optredens in onofficieele zalen en namen alle extra organisatie die daarvoor nodig was op de koop toe. Want ze moesten en zouden optreden!! Nadat hun eerste LP eindelijk was opgenomen was Black Flag nog niet tevreden en zochten ze een betere zanger. Daarna duurde het nog een jaar voordat ze met Henry Rollins als zanger een wereldplaat uitbrachten. (Damaged!)

En inderdaad was punk, op het moment dat die plaat uitkwam, al lang niet meer hip en luisterden de trendy luitjes intussen alleen nog naar bloedeloze synthwave. Jammer dan, een goede plaat maken kost tijd. En reken maar dat de band alsnog beloond werd voor hun inzet, want samen met nog een heleboel andere supergoede bands, die ook de tijd hadden genomen om echt goed te worden, kwam er een second wave of punk (hardcore!) op gang. En die was niet trendy, heeft de makers en hun labels geen miljoenen opgeleverd, maar heeft nu nog steeds impact en invloed op alle alternatieve muziek en leverde bands op als Dead Kennedys, The Germs, Husker Du, The Freeze, Bad Brains, Minor Threat,The Misfits en nog veel meer. De platen van de wat meer obscure bands zie je nu voor honderden dollars op E-bay staan, de meer bekende (waarvan de mastertapes van hun platen het overleefd hebben) zijn heruitgebracht.

Maar ook nu steken veel op zolder in homestudio’s gemaakte werkjes met kop en schouders uit  boven de door de mainstream vervaardigde prefab pop. De geluidskwaliteit van DIY muziek is er alleen maar beter op geworden, en zolang je als muzikant maar koppig en eigengereid genoeg bent om te blijven streven naar een eigen sound en een uitvoering daarvan die staat als een huis komt het uiteindelijk wel goed met je.

Muziek is bovenal een middel voor zelfexpressie. En of je nou een universeel gevoel als verliefdheid kwijt wilt, of een politiek statement dat totaal onhip is, doet er niet toe. Je moet een onbedwingbare neiging hebben om jezelf te uiten. Stop er gewoon mee als je dat niet in je hebt en alleen muziek wilt maken om rijk en/of beroemd te worden. Wordt bankier als je rijk wilt worden en blaas wat op als je beroemd wilt worden. (een ambassade of je eigen ego, maakt niet uit.)

Of je rijk en beroemd gaat worden kan je nooit voorspellen, maar wel of je goed wordt. Daar is naast en klein beetje talent bovenal inzet en durf voor nodig. Als je zoekt naar manieren om de lange weg naar bekendheid af te snijden, en probeert eerder op je bestemming aan te komen, zal je ontdekken dat altijd in de valkuilen van het snelle succes zal vallen.

Niets geen fokking compromis dus..



Ongehoord radioshow afl.18

$
0
0

jane's addictionKlik hier om de 18e aflevering van ongehoord op Radio President te beluisteren

Ongehoord bij Radio president: elke dinsdagavond van 21:00 uur tot 22:00 uur !

In deze aflevering een sneer naar dat bezopen onderzoek dat zogenaamd bewijst dat als je als 12 jarige naar alternatieve muziek luistert grotere kans hebt dat je je later aan kleine criminaliteit schuldig maakt.

In Ongehoord laat ik obscure muziek horen van vroeger en nu, vooral van lokale bands, want wat er vlak om de hoek wordt gemaakt is vaak ongehoord goed.

En dat afgewisseld met muziek van over de hele wereld. Rock, punk, wave, electro, soul, metal, ska, jazz; you name I’ve got it.

Speel je zelf in een band stuur me mp3’s, cd’s of (liever nog) vinyl van je eigen muziek, als ik ze goed vind draai ik ze in de show.

Radio President t.a.v. Leen Steen
Lavasweg 19

3193GB Hoogvliet

De show wordt wegens succes voortaan op zaterdag herhaald. Na de uitzending op zaterdag zet ik mijn programma’s op dit blog zodat je ze kan beluisteren wanneer het je uitkomt.

Playlist Ongehoord

15 januari 2013

Producer Wilco Verkerk

Presentatie Leen Steen

Siouxie and the Banshees – monitor

Jane’s Addiction – been caught stealin’

Black Flag – spray paint

Angry Samoans – hot cars

Beastie Boys – car thief

Dead Kennedys – stealing peoples mail

Dayglo Abortions – I killed mommy with my automatic

Sonic Youth – Tom Violence

Toy Dolls – when you’re Jimmy Saville

The Birthday Party – nick the stripper

Disco in Dynamo – white noise

Allison – pop up

Diona Fox and her Ragdolls – you’re so full of yourself

Darjeeling – four flies

Mark Lotterman – two years

Harry Merry – take a hike mike

Disco in Dynamo – fictive scheme


Ongehoord radioshow Afl 20

$
0
0

AsraiPromo20071Ik presenteer elke dinsdagavond van 21:00 uur tot 22:00 uur mijn radioshow Ongehoord bij Radio president

In Ongehoord laat ik obscure muziek horen van vroeger en nu, vooral van lokale bands, want wat er vlak om de hoek wordt gemaakt is vaak ongehoord goed.

En dat afgewisseld met muziek van over de hele wereld. Rock, punk, wave, electro, soul, metal, ska, jazz; you name I’ve got it.

Speel je zelf in een band stuur me mp3’s, cd’s of (liever nog) vinyl van je eigen muziek, als ik ze goed vind draai ik ze in de show.

Radio President t.a.v. Leen Steen
Lavasweg 19

3193GB Hoogvliet

De show wordt wegens succes voortaan op zaterdag herhaald. Na de uitzending op zaterdag zet ik mijn programma’s op dit blog zodat je ze kan beluisteren wanneer het je uitkomt.

Klik hier om de 20e aflevering van ongehoord op Radio President te beluisteren

Playlist Ongehoord

29 januari 2013

Producer Wilco Verkerk

Presentatie Leen Steen

Deutsch Amerikanische Freundschaft – nachtarbeit

Harry Merry & the Must – it’s hard without a card

Devo – the day my baby gave me a surprise

J.C. Thomaz & the missing slippers – Kelly Lynn

Platypuss – beer, wine, women on XTC

The People Tree – the people tree

Ian dury & the blockheads – sex and drugs and rock ‘n roll

3 Dead Mexicans on a skateboard – homicide

Butthole Surfers – human cannonball

Frank Zappa – crew slut

Prince – screwdriver

Black Flag – drinking and driving

Bat Attack – head on fire

Asrai – all seems so hollow

Halfway Station – moonshine

Uncontrollable Urgh – forgot to drink to forget


Niks geen Compromis!

Black Flag (at the Paradiso)

$
0
0

For the past two years I’ve been writing a novel that’s situated in the early eighties punk/squatters scene. Though I’m far from done but the book is getting into its final form. Now this amazing American woman called Beth Bedinotti started translating my book from Dutch into English.

Since a rough version of the chapter below was published on my blog about a year ago Beth and I decided to put the English version online too. The story about the first show Black Flag did at the Paradiso in Amsterdam on February 12 1983 first was mend as writing practice but the final version is now  promoted to the first chapter of my novel. This is the first part of that chapter. Enjoy…

black flag posterA big crowd of punks who were also going to the concert were standing around at the train station. I knew most people mainly by sight; others I knew only by name because they played in well known bands or because they had built up a reputation in the scene. I pushed my way through the clusters of punks standing around on the platform, which wasn’t such a smart idea; an innocent nudge on my part was met more than a few times by aggressive pushback. Most of the older punks hated us little shits because we weren’t around during the old days, when they made this youth centre called Kaassee their own and turned it into a punkclub.

Frog and Gino and I had agreed to meet on the train platform, but I couldn’t see them anywhere amidst all the black leather and spiked hair dyed black. I had no idea that so many local Rotterdam punks would be going to see Black Flag. Black Flag was a band I hadn’t seen on any jackets yet. When I entered the platform I expected to see just Gino and Frog not a herd of punks. But my friends were nowhere to be seen. Gino was always late, but Frog was staying with him at that time, so there was at least a small chance that they would still catch the train. I bumped into Suzan and her friend Bob. It was always nice to see her, I knew her from the drama club at the Rotterdam Centre of Actors. I had no idea that these two even knew who Black Flag was and indeed when I asked ‘em they didn’t know the band, but the fact that somewhere in the country a punkband everyone was talking about was going to play was reason enough for them to travel all the way to Amsterdam. If you wanted to see punk bands play you had to go to clubs in other cities anyway. Eksit the last good club in Rotterdam where punk bands could play, had closed its doors and a week later it burned down, so there was no hope on that front at all.

 

I bought ‘Damaged’, Black Flag’s first album, for the more than outrageous price of thirty five guilders at the Boudisque record store in Amsterdam, after I’d read a review in Ear, (Oor) the main Dutch music paper and wanna-be Rolling Stone. The LP was for sale by import only, hence the exorbitant price. I’d never bought such an expensive record before, but after hearing ‘Rise Above’, the opening track of the album at the store, I knew I had to have it. There was a classic sticker over the Unicorn logo on the cover with the words “As a parent, I found it an Anti-Parent Record”. I read in Oor that Black Flag had signed with Unicorn because they could get them a worldwide distribution deal, but Unicorn had backed out of the deal after the album had already been pressed. I’d very carefully peeled back half the sticker in order to see what was underneath, and years later it turned out the sticker would become  proof that this copy of the record was one of the legendary first pressing and I seriously diminished the value of the ‘collector’s item’ damaging the sticker. But at that time that sort of thing didn’t bother me at all. There weren’t many punk records in circulation at that time which had more than one pressing anyway, and even if we had known then that those records would be worth money we would’ve found that ridiculous and totally disgusting. What kind of an asshole buys a record just to keep it as a collector’s item? Everyone knows that the things are meant to be played until you can see through ‘em.

 

A few minutes later the train pulled up to the platform but there was still no sign of Gino or Frog. It goes without saying that I had no intention of waiting for them and missing the train. At that time, there was hardly any possibility of scoring tickets in advance for these kind of shows, so it was crucial to get to the Paradiso before it opened. The hall was supposed to open at nine and the first band would go on at ten. If I missed this train and caught a later one, the tickets would probably already be sold out by the time I got there.

 

We had a whole train car to ourselves, because all the other passengers completely shunned us; just a normal train trip. Those who held their ground avoided making any eye contact with us. If it wasn’t immediately understood they should fuck-off to another compartment if they couldn’t stop eyeballing us, then a little bit of verbal harassment got the message across. There were some bottles of liquor and joints going around and some punks were cutting lines of speed and sniffing it off their house keys. The conductor wisely chose to leave us alone. Half of us hadn’t even bothered to buy a ticket knowing railway staff in general would rather avoid a confrontation with a large group of punks. Once in a while some overzealous train personnel tried to catch the people who were riding illegally, but it usually ended up causing such massive congestion on the track and a damaged train car that it didn’t compensate for a few fines.

 

At the Amsterdam station I actually ran into Gino and Frog. They’d taken the same train I had, but since they were late, they’d sat at the back. It wasn’t until the train had arrived in Amsterdam that they’d  discovered all the rest of the punks had been sitting in the front of the train. They were outnumbered and had to suffer angry looks from furious passengers who were scared away from the front carriage by the other punks. As punks we were totally used to getting dirty looks, but everyone in a train car staring at you like you deserved to be gassed was still kind of extreme. Needless to say, they’d had a shitty time of it and were now sober as anything. Not me…I’d had a few swigs from Susan and Bob’s bottle of vodka and I’d brought along a six pack of beer for the ride for myself. Four of the six had been snatched away from me by some nasty old punks, but the remaining two beers, combined with the vodka and the blunts going around had certainly provided the desired effect.

 

Half an hour later we were waiting in line outside the Paradiso. It was busy, but it did look as though we were going to be able to get in before the place was sold out. That was one less worry, for nothing sucks more than spending an hour on the train, having to slog through shitty Amsterdam for another thirty minutes, only to find out that you weren’t going to get in. The atmosphere on line was pretty fucked up. Nobody felt like waiting because it was February and it was bloody cold outside. Everybody was trying to huddle together as closely as possible, so we were caught in the crush immediately. The advantage was that it seemed warmer between all these bodies, but I never feel comfortable when I’m trapped in a crowd like that, so, like all the others, I tried pushing against the people in front of me as hard as I could. As if the doors of the Paradiso itself would break down if we pushed hard enough. Eventually a few security guys emerged from a side exit and started forcing people backward in order to minimize the pressure on the doors. It was definitely not in the planning that a huge tangle of punks to catapult into the hall when the door opened. They succeeded with brute force in reaching the door and making some more space. The crowd in front, as one, continued to move a few steps backward, but then in response, people began pushing back, like the inevitable wave of the ocean. It was definitely not the first time I saw bouncers make incredibly stupid mistakes. A crowd of people is unstoppable and when the pushback pinned the bouncers against the doors they began to panic and started knocking, but it took almost ten minutes before they could re-enter. The guards were rattling and banging furiously at the door putting everyone even more on edge, but it took the Paradiso people inside about ten minutes before they realized it was the bouncers who were banging the doors, most anxious to be released from their trap. Finally the door opened and we had the first ‘pile on’ of the  evening; a tangle of several dozen punks flew straight into the main hall of the Paradiso. Somewhere beneath the tangle lay the bouncers. It took a great effort before everyone was brought to their feet and the crowd moved along through. The area directly in front of the stage was already full, so we decided to stand on the balcony, not in the pit. From above we could at least see the show properly. It was obvious that tonight the pit would be like surfing in a storm. The whole place was overcrowded and the atmosphere was fucking aggressive. I saw three different spots on the floor where minor fights were starting up. The rest of the evening there was no security to be seen; obviously they’d had their fill of trying to control the unruly crowd.

We stood on the balcony between a large group of Rotterdam punks who consisted mainly of girls. Girls were, for the most part, not into the pit. It took almost twenty minutes before the first round of beers reached our group. It was busy at the bar. It promised to be a thirsty evening and warm to boot, because the coat check was closed. Feeling totally impatient, we waited for the show to start while the room filled up with even more people. Gino suddenly pointed to a couple of hippies who stumbled into the venue. The girl looked like a reincarnation of Janis Joplin but even fatter. She had a typical Janis hat and was dressed in jeans full of embroidered flowers. The male half of the couple was exactly the opposite, long and creepy thin, with a stringy beard a la Frank Zappa and circular Lennon sunglasses on his hawk nose. It was immediately obvious that these two were German hippies. German hippies were a breed apart. I don’t know what the whole sixties thing inspired in people over there but apparently time had stood fucking still in Germany since ten years ago.  One day hippies like Syd Barret would be resurrected as cool by large groups alternative types, but at that time hippies were the enemy. We all knew hippies as teachers and social workers; deadly boring guys who were constantly blathering on about laugh and piss. The hippie movement had failed and was just old and sad, and anyone who still hadn’t figured that out was an idiot. These two German hippies obviously hadn’t caught on. They had most likely taken a bunch of weird drugs, because they were both laughing like a couple of retards.. They hadn’t noticed that a large group of skinheads now had their eye on them. A normal person usually feels bad vibes in the air, I myself was extremely sensitive to this sort of sixth sense and it had saved me many times, but these two had completely lost their way in their rosy hippie dream. We watched with anticipation, knowing that it wouldn’t be long before their dream was in tatters. It was quite hilarious when they both began dancing ecstatically to the reggae coming through the P.A. They always played reggae between punkbands, they hoped it would quiet us punks down or something.

 

While the two hippies kept dancing they were slowly being surrounded by the skinheads. It surprised us even more that the stupid whale and the clueless eel hadn’t even begun to notice that they were being trapped by a large group of hungry sharks. At some point I would love a taste of whatever the hell drugs they were on; they were probably elephant tranquilizers or some shit. I was often surprised by the relatively high level of organization demonstrated by packs of skinheads, but the discipline of this group was pretty exceptional. There had to be at least twenty of ‘em. Fixed on their prey, they moved slowly toward the hippies until they were separated by just a few meters. I saw no obvious single leader, no one in particular gave the sign but, as one force, they descended on the hippie couple who then completely disappeared in the tangle of skinheads. We did our best to follow the spectacle but it was impossible. We saw the hippie girl’s hat flying out of sight. Later we heard from Susan and Bob that they had seen both hippies thrown out onto the street naked. “They’ll have flashbacks of a bad trip from now on whenever they hear the word Amsterdam,” chuckled Gino. “And with hippies you hear that word every fucking day,” laughed Frog. Though I tried I couldn’t top that.


album reviews

$
0
0

I review classic albums for The Rebel Review here are the first five reviews. They come in English and Dutch

Bad Brains – rock for light (1983)

This album is the absolute summit of early eighties hardcore-punk. A tape called the Omega sessions, which featured a lot of the songs that are on this album also, presided Rock For Light and circulated in the American and European punk-scenes for almost three years before this album was finally released.

Rock for Light was produced by Ric Ocasek of the Cars, which was a strange choice to say the least. The production of Rock For Light is pretty clean and the sound of the guitar is not heavy enough. But the sheer quality of the songs and the way Bad Brains play them makes you forget about that. From opening song ‘coptic times’ until closing song ‘at the movies’ you’ll be jumping around your room for the duration of the album.

Bad Brains was not a typical hardcore act in the predominantly white punk-scene. They were a black band from Washington DC and besides punk-rock they also produced reggae tunes. There are 3 reggae songs on this album, and they are not the best of songs on the record either. Nevertheless these songs are an important contribution to the album because they serve as a  required pause in between the raging hardcore of the other songs on rock for light. Live these songs were also really welcome for the band as well as the audience to catch their breath and avoid exhaustion and overheating.

This album marked the start of a race for being the fastest band on the scene. Several bands broke Bad Brains’ record later on but no band ever was as fast and tight at the same time as Bad Brains was.

Musically Bad Brains was miles ahead of any competition, no band was as fast, as tight or as furious as these 4 guys from DC.

Dit album was en is het absolute hoogtepunt van de golf van hardcorepunk uit begin jaren tachtig. Een tape (the Omega sessions) waar veel dezelfde nummers die ook op Rock for Light stonden circuleerde al 3 jaar in de punkscenes van zowel de USA als Europa. Rock for Light werd geproduceerd door Ric Ocasek van the Cars en dat is altijd een omstreden keuze gebleven. De plaat is inderdaad tamelijk clean geproduceerd en het gitaargeluid is op zijn zachtst gezegd niet bepaald heavy. Toch wordt dat ruimschoots goedgemaakt door de meer dan voortreffelijke nummers en door de manier waarop deze nummers gebracht worden. Vanaf opener Coptic times tot afsluiter At the Movies stuiter je gegarandeerd het complete halfuur dat deze plaat duurt door je kamer.

Bad Brains was een vreemde eend in de bijt van over het algemeen toch zeer blanke punkgenre. Bad Brains was een zwarte band afkomstig uit Washington DC, en Bad Brains maakte naast punk ook reggae. Er staan 3 reggae songs op dit album en dat zijn niet bepaalde de beste tracks van het album. Toch vervulden deze reggae intermezzo’s een belangrijke taak doordat ze af en toe een rustpunt in de kolkende razernij van het album brengen. Ook live waren de reggae nummers van Bad Brains een welkome afwisseling omdat dat zorgde dat zowel de band als het publiek niet oververhit en oververmoeid raakte.

Deze LP was het begin van een soort wapenwedloop onder punk/hardcore bands en in deze wedloop ging het over wie de snelste was. Het snelheidsrecord van deze LP is door verschillende bands gebroken (MDC, DRI) maar strakker is het op deze snelheid nooit gedaan.

Muzikaal stond Bad Brains met kop een schouder boven alle concurrentie. Er was geen band die zo snel speelde, zo strak was en zo vreselijk veel power uitstraalde als deze 4 jongens uit DC.

Black Flag – Damaged

The sound of this record totally stands apart from most early punkrock. Black Flag boldly departed from the mainstream rock productions most punk records in the late seventies/early eighties still wore. You have to get used to the wall of sound which is muddy to say the least. It requires a lot of listening before it starts to make sense. But when it does you get hooked. The guitar sound on this record was something totally new. There’s two guitars on the record but they are merged as one and that makes the sound so dirty. The voice of Henry Rollins is of a same kind of quality and adds to the grinding sound.

Hell; this band wasn’t afraid of anything. They were not really political but they lashed out against anything that stood in the way of total freedom; cops, media, teachers and psychiatrists; it’s a total rejection of everything our system stands for. The first issue of the record was produced by Black Flag’s own SST label in cooperation with Unicorn records which was a sublabel of a major (I think it was Universal but I’m not sure). The reason the band did this was they wanted to use the distribution network of this major, it would get the record available world wide. But at the very last minute Unicorn refused to release the record. The Unicorn executive manager said “as a parent: I found it an anti-parent record”; a quote that was printed on the sticker the band had to put on the record to obscure the unicorn label printed on the sleeve. Somehow they managed to get the record distributed through other channels though. This Black Flag album marked the breakthrough of hardcore punk in Europe. Damaged sure drew attention back in the early eighties, and from there on thousands of European kids started looking for more American Hardcore, embraced the genre and started making their own blend of this faster kind of punk. (I still hate it that gabber is called hardcore too. It’s confusing: come up with new names for new genres, don’t steal an old one, have some sense of history).

Het geluid van deze plaat is totaal anders dan dat van de meeste vroege punk releases. Black Flag nam afstand van de over het algemeen toch tamelijk mainstream klinkende producties uit de late jaren zeventig/begin jaren tachtig. Het was even wennen aan de modderige geluidsmuur die Damaged optrok. En je hebt waarschijnlijk behoorlijk wat luisterbeurten nodig voordat de puzzelstukken op de juiste plaats vallen. De twee gitaristen op dit album spelen op de solo’s na exact dezelfde partijen en door de productie geheel met elkaar verweven of beter gezegd in elkaar gemixed. Dit zorgt voor een extra smerige sound. De stem van Henry Rollins is ook al zo gruizig en versterkt dit effect nog eens.

Deze band ging geen enkel conflict uit de weg. Black Flag was niet echt politiek geëngageerd maar haalde wel uit naar alles en iedereen die in de weg stond van de totale vrijheid, politie, de media, leraren en psychiaters etc. Deze plaat is een totale verwerping van alles waar het systeem voor staat.

De eerste uitgave van deze LP werd op de markt gebracht door het eigen label van Black Flag; SST records in samenwerking met Unicorn dat naar ik me weet te herinneren een sublabel was van Universal. De reden dat de band deze samenwerking aanging was om gebruik te kunnen maken van het wereldwijde distributiesysteem waartoe Unicorn toegang had. Maar op het allerlaatste moment besloot Unicorn de plaat toch niet uit te brengen. De directeur van Unicorn noemde Damaged “an anti parent record”. Deze quote werd op de sticker geprint waarmee SST het Unicorn logo op de eerste persing van de LP moest afplakken. Op een of andere manier lukte het Black Flag alsnog om de plaat wereldwijd gedistribueerd te krijgen waardoor dit album de doorbraak van hardcore in Europa zou gaan betekenen. Damaged trok behoorlijk wat aandacht hier in Europa en vanaf dat moment begonnen duizenden Europese punks te zoeken naar meer Amerikaanse hardcorepunk en begonnen zelf deze snellere vorm van punk te spelen.

Ik haat het overigens nog steeds dat Gabber ook onder de naam hardcore op de markt gebracht wordt. Waarom die verwarring. Verzin een nieuwe naam voor nieuwe genres in plaats van ze van oudere stijlen te jatten. Heb wat respect voor je geschiedenis…

Kraftwerk – radioactivity

Kraftwerk is without a doubt one of the most influential pioneers in electronic music. Kraftwerk is still completely relevant compared to and other electronic groups/artist like Jean Michel Jarre and Tuxedomoon that emerged in the seventies, which are not relevant at all anymore. Kraftwerk is time and time again (re)discovered by new generations of artists in electronic music. Though I must add that the newer works of Kraftwerk lack that relevance. Live the band is still pleasant to hear but Kraftwerk became more a follower then a leader as time passed.

Kraftwerk has a huge oeuvre and their catalogue contains classic albums like Autobahn, Trans Europe Express and the Man Machine but personally I like Radioactivity best. That’s because this record is the darkest and most doomy of the 4. Radioactivity only refers to cancerous radiation in the opening song; the record is for the main part about the lost art of listening to the radio. The dark mood doesn’t come from the lyrics but more from the cold way they are sang.

Kraftwerk may be electronic music but it stand very far apart from the later Dance orientated genres; this is an album to listen to; especially late at night with the headphones on safe in your bed.

Kraftwerk is zonder twijfel een van de belangrijkste pioniers in de elektronische muziek. Het grote verschil tussen Kraftwerk en andere destijds bekende elektronische artiesten als Jean Michel Jarre en Tuxedomoon is dat Kraftwerk in tegenstelling tot genoemde groepen nog altijd meer dan relevant is en keer op keer door volgende generaties ontdekt wordt. Nu is het nieuwere werk van de groep een stuk minder relevant al is het live nog altijd leuk om te zien.

Het oeuvre van Kraftwerk is natuurlijk enorm en de Kraftwerk catalogus bevat meerdere legendarische albums als Autobahn, Trans Europe Express en the Man Machine maar persoonlijk vind ik Radioactivity de tofste van het stel. Vooral omdat de plaat zo lekker donker en doomy is. Radioactivity refereert op deze plaat eigenlijk alleen in het openingsnummer naar de kankerverwekkende betekenis. De plaat gaat vooral over de tegenwoordig een beetje vergeten kunst van naar de radio luisteren. Die donkere sfeer wordt niet door de teksten op dit album veroorzaakt, maar vooral door de meer dan onderkoelde manier waarop ze gezongen worden.

Kraftwerk mag dan een voorloper in de elektronika zijn, deze plaat staat ver van even welk dancegenre af; dit is een puur luisteralbum. Vooral voor laat in de nacht, bedje in, koptelefoon op en off into space….

Joy Division – unknown pleasures

This is an album impossible to avoid. If you are into Indie, Goth, any kind of wave or even dance there’s no excuse not to know this record. This is signature stuff that by now has defined several generations. Each of those generations discovers (new) meaning in the music of Joy Division. Countless lyricists have tried and failed to even come close to the sheer poetry Joy Divisions’ singer Ian Curtis wrote; these lyrics are strong visuals on the edge of melodrama but never over it. The more you hear and read them the more meaning they obtain. There’s no way anyone can write words like Curtis did without truly experiencing the emotions that he’s portraying. And that’s where the copy cats fail. Curtis’s lyrics take you back to the dreary setting of North England in the late seventies; a land in crisis, a land without hope and future prospects for its youth, they also take you within the mind of both an excellent observer and one who experiences real pain and despair.

A million composers have tried and failed to write music that is as gripping and yet simple, thousands of producers have tried to put a mark on records the way producer Martin Hannett did on this one and failed miserably. Martin Hannett was a strange character and a junkie who would experiment with his recordings night after night while on smack. He added all the weird sounds. Listen to ‘disorder’ with the strange whoo-whoop that boldly passes through the music. The band first thought the added sounds were an insult to their music but it was Factory records owner Tony Wilson who convinced them Hannett wasn’t fooling around. The sounds were alienating and made even the most critical listener wonder and play the record over and over to find out what in the hell made them want to experience this nightmarish music again and again. And as it does with most real good records; the more one listens to it the more you want to listen again and again. This record is over 30 years old but I still enjoy listening to it. Compare that to all those new school indie-rock records that last for about one month before loosing their flavour and you will distinguish a classic album from the fluff of most records made today.

Joy Division – closer

This album was released when I was at the tender age of 16. A friend of mine lend it to me saying this record was by far the most depressing album he ever heard. And he was right; this was a record that would creep under my skin and haunt me for the rest of my days, be it in a good way. The fact the singer on this record committed suicide (Closer was released after the death of Ian Curtis) made it even more eerie; these musicians weren’t fooling around, this was no fad devised to sell albums. This was the real thing; harsh, unpolished emotions thrown into your face without any mercy. Whenever you are down you should play this record and your worries will fade. It won’t cheer you up but it will show you things could be so much worse. This music forces you towards introspection. Somehow that always makes me feel better though it might drive others out of a window…

Compared to Unknown Pleasures; the first Joy Division record, Closer is a bit more introvert and lyrically even darker. Ian Curtis most haunted lyric is on this album. It’s called Passover and is an omen of things to come: This is the crisis I knew had to come, destroying the balance I’d kept, doubting and settling and turning around, wondering what will come next…

Ian Curtis’s suicide also made Joy Division mythical. Few people ever witnessed a Joy Division concert for the band only toured for three years and did a small European tour only once. After Ian’s death the remaining members formed New Order and became one of the biggest selling English bands of the eighties. I think the Joy Division legacy alone would have propelled that band into the hemisphere even if their music would have sucked. And rightly so…


Ghost in the machine

$
0
0

Zoals veel van mijn vrienden en kennissen draai ik mijn muziek al een paar jaar bijna alleen muziek via de computer. Ik heb nooit warme gevoelens over CD’s gehad. Cd’s zijn allereerst standaard té lang. Ik heb zelden het geduld om een uur of meer naar een en dezelfde groep of artiest te luisteren. Misschien omdat ik ben opgegroeid met plaatkanten die niet langer dan ongeveer 20 minuten duurden.  Ik vraag me nog steeds af of muzikanten blij moeten zijn met de twee maal zo lange ruimte die een CD ten opzichtte van een LP biedt. CD’s worden veel te vaak vol gepleurd met overbodige versies van nummers die al eerder op dezelfde cd voorbij kwamen. Nóg erger is als een artiest ook songs die duidelijk een stuk minder goed zijn dan de rest van het album toch op een CD plaatsen. Hier hebben de marketing jongens waarschijnlijk een veel grote vinger in de pap;  hoe meer muziek hoe meer de CD waard is denken die. Dat kwaliteit bij de meeste muziekliefhebbers ver voor kwantiteit komt is niet aan deze mensen besteed. CD’s zijn kortom eigenlijk alleen goed voor verzameld werk en best off albums; die kunnen niet lang genoeg zijn.

Ook mis ik het dat je een CD niet zoals een plaat moet omdraaien om de tweede helft te horen. Ik draaide vroeger vaak een hele tijd maar één kant van een plaat. Meestal bleef er na de eerste luisterbeurt een liedje op een van beide zijden van de LP in mijn hoofd hangen en draaide ik de bewuste kant eerst bijna grijs voordat ik de andere kant min of meer herontdekte. Het genoegen om op drie tot zes bijna nooit geluisterde tracks van een favoriete LP te kunnen gaan kauwen was altijd groot. Ik deed in die periode ook altijd lang met LP’s. Soms draaide ik een paar weken lang één LP bijna dagelijks al was het nooit exclusief die ene LP. Ik moest wel wat afwisseling krijgen. Dat heb ik met CD’s maar zelden gedaan.

Ook typisch was dat het meestal juist de LP’s waren waar je niet meteen bij de eerste luisterbeurt iets in hoorde waar je wat mee kon; waar een nummer op stond dat je meteen vaker wilde horen. Dat soort platen waren ook het eerst uitgewerkt. Het waren juist de platen waar je goed op moest kauwen voor je ze kon slikken en verteren die het langst meegingen. Dat zijn niet geheel toevallig ook de platen die ik nu nog steeds draai: De eerste drie LP’s van Butthole Surfers, (met een lichte voorkeur voor psychic, powerless; another man’s sack) , de eerste twee van The Birthdayparty, ‘in the flat fields’ van Bauhaus, Damaged van Black Flag, de eerste drie Dead Kennedys albums, ( ik tel ‘In God We Trust’, wat een EP was, gewoon mee), Rock for light van Bad Brains (ondanks de flutproductie van Ric Occasek) en Base Culture van Linton Kwesi Johnson, om er een paar te noemen.

Maar toen nam de CD het als nieuw muziekformaat over.

De eerste eigenschap waar ik echt van baalde was de afmetingen van de CD en zijn verpakking. Weg waren de prachtige LP hoezen. Het artwork van een LP staat in vergelijking met dat van een CD in verhouding van een schilderij tot een polaroid. Weg waren ook de grote mooie tekstvellen. Ik haat CD boekjes echt hartgrondig; domweg omdat er teveel informatie op een te klein formaat op staat. Wanneer een artiest al zijn teksten en nog wat extra foto’s en/of info erin kwijt wil wordt het boekje zo dik dat je het niet zonder het te beschadigen terug in de jewelcase kan stoppen. Priegelletters lezen is daarbij geen sinecure en uitermate vervelend. Jewelcases zijn ook nog te breekbaar, liggen niet lekker in de hand, en na drie maanden hebben ze zoveel stof aangetrokken dat ze domweg te vies worden om vast te pakken. Digipacks zijn iets beter maar ook die hebben de vervelende neiging om tandjes uit de houder te verliezen waardoor de CD te pas en te onpas uit de verpakking valt.

Ook de mythe dat een CD bijna niet te beschadigen was werd al snel doorgeprikt. Een kras op een LP is vervelend, maar er is meestal nog wel wat aan te doen. Een tik hier en daar heeft zelfs soms wel zijn charme. Maar een beschadigde CD blijft gewoon altijd hangen en je kan de laser niet zoals een naald even wat verder zetten.

Het was dikke droefenis totdat de computer met I-tunes werd uitgerust en op de installatie werd aangesloten. Computer speakers gaan er niet mee door maar mijn goede ouwe JBL speakers zorgen dat zelfs het MP3 formaat best te pruimen is.

Nu maakt het me niet meer uit of een CD mindere nummers bevat want ik draai muziek tegenwoordig bijna altijd in de random-mode en krijg zodoende nieuwe muziek in kleine porties toegediend. Slechte nummers verwijder ik gewoon; vaak al na één luisterbeurt.

Als ik zin heb om alleen nieuwe muziek te horen klik ik op de ‘onlangs toegevoegd’sectie en hoor ik alleen CD’s die ik de afgelopen weken aan mijn bibliotheek heb toegevoegd. Nummers die me opvallen tag ik met één ster zodat ik ze later gemakkelijk terug kan vinden om ze nogmaals te kunnen beluisteren. Mijn favoriete nummers tag ik met meer dan één ster. En ik kan tot vijf sterren gaan!

Maar nu komt het; het valt me de laatste tijd steeds vaker op dat I-tunes de vreemde neiging heeft om in de random-mode precies die muziek te kiezen waar ik voor in de stemming ben. Eerst dacht ik dat het iets te maken had met het nummer dat ik uit moet kiezen om de luistersessie mee te starten. Maar dat klopt toch niet want de computer kiest óók muziek die ik persé niet op dat moment uit zou kiezen. Ik ken van die momenten dat ik me té verliefd, bedroefd, of anderszins week voel en geen behoefte heb aan muziek dat die stemming verergert. I tunes denkt daar echter anders over en kiest op die momenten juist voor de zoetsappige liefdesliedjes, de gebroken harten ballades en de diepzinnige songs die de donkere kant van het bestaan belichten. Het maakt niet uit hoe vaak ik tussentijds een keihard punknummer uitkies; op dat soort momenten verkiest de computer steevast het muziekje dat bij mijn stemming hoort en niet iets dat een stemming moet verjagen. Soms is het gewoon bijna griezelig hoe accuraat de computer kiest. Gisteren nog; ik begin met I fought the law and I won van Dead Kennedys, maar de computer kiest daarna voor ‘Je taime moi non plus’ van Gainsbourg. Dat ging echt te ver. Ik zette hem dus op Dayglo Abortions met ‘Aargh fuck kill’. De volgende keuze van de computer was Einsturzende Neubauten met Jet’m; een nummer met een melodielijn die erg veel op dat Gainsbourg nummer lijkt. En ook nog een nummer waarin me nooit eerder opgevallen was dat de keyboard lijn precies dezelfde is als die van Je Tá ime moi non plus… aaarggh.

Natuurlijk weet ik wel dat het allemaal een illusie is en het toeval gewoon toeslaat, maar toch…


ONGEHOORD Radioshow afl 88

$
0
0

ongehoord flyer nieuw adres

ONGEHOORD voortaan weer elke zondag vers op dit blog:

Dit is de eerste show van het seizoen 2014-2015

De studio van 010FM is verhuisd naar een drie maal zo grote locatie. Binnenkort kunnen we ook live bands in de studio op laten treden.

Klik hieronder om de 88e aflevering van ongehoord op 010 FM te beluisteren:

Ongehoord wordt elke dinsdagavond van 22:00 uur tot 23:00 uur uitgezonden bij 010 Fm

In Ongehoord laat ik obscure muziek horen van vroeger en nu, muziek die je gewoon gehoord moet hebben.

De playlist van ONGEHOORD wordt door de presentator bepaald en niet door een zendercoördinator.  Muziek van over de hele wereld, maar ook van lokale bands, want wat er vlak om de hoek wordt gemaakt is ook vaak ongehoord goed.

Ongehoord heeft schijt aan stijlen. Leen Steen draait alles wat cool is. Is het te hard, weird of a commercieel voor 3FM: : des te beter.   De enige stijl die ik pertinent NIET, NOOIT, NEVER draai is EDM (house, techno drum&bass of hoe je het ook noemt! Dus heeft het geen zin me die shit te sturen!

Speel je zelf in een band stuur me mp3’s, vinyl of Cd’s van je eigen muziek, als ik ze goed vind draai ik ze in de show.

Zondagavond laat zet ik beide programma’s op mijn blog zodat je ze kan beluisteren wanneer het je uitkomt. http://leensteen.org

Enjoy…

De show wordt op zaterdag van 21:00 uur tot 22:00 uur herhaald. Na de uitzending op zaterdag zet ik mijn programma’s op dit blog zodat je ze kan beluisteren wanneer het je uitkomt.

Speel je zelf in een band stuur me mp3’s, cd’s of (liever nog) vinyl van je eigen muziek, als ik ze goed vind draai ik ze in de show.

Let op: nieuw adres voor demo’s en ander geluidsmateriaal:

010 FM t.a.v. Leen Steen
Overwolde 46-50

3191 AG Hoogvliet

Playlist Ongehoord

15 Juli 2014

Producer Wilco Verkerk

Presentatie Leen Steen

Deze afl o.a.: 3 Dead Mexicans on a Skateboard, Beyond Lickin’, Flesh Trash & Heat, Jack Oblivian & the Tennessee Tearjerkers, Lala Limited, Lucy not the Whore en Speakerpunch

Flesh Trash and Heat



Viewing all 15 articles
Browse latest View live